Verlaging vennootschapsbelasting niet vanzelfsprekend Maatschappelijk draagvlak nodig voor tariefsverlaging; 2017 verkiezingsthema?

Volgens staatssecretaris Wiebes (VVD) zal Nederland in de nabije toekomst zijn vennootschapsbelasting (Vpb) moeten verlagen. Dit berichtte het Financieele Dagblad van 14 juni 2016. Het is een opmerkelijke wending in het publiek-fiscaal debat, waar voorheen de nadruk lag op het vergroten van de belastingbijdrage van multinationals. 

Afbeeldingsresultaat voor wiebes wikipediaHet voorstel om het Vpb-tarief te verlagen is bedoeld om de fiscale concurrentiepositie van Nederland te beschermen. De oude structuren voor fiscale “optimalisatie” werken als gevolg van nieuwe antimisbruikregels steeds slechter. Volgens de heersende leer in Belastingland is dit problematisch omdat multinationals op een gegeven moment eieren voor hun geld kiezen en uit Nederland vertrekken c.q. bij het kiezen van een nieuwe locatie onze polder links laten liggen. Weliswaar ging het tarief van 35% aan het begin van de eeuw naar de huidige 25%, maar in vergelijking met andere landen zijn we (aldus Wiebes) nog steeds te duur. Een citaat uit het FD:

“Nederland wordt geen Ierland, zei Wiebes dinsdag op het jaarcongres van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB). Ierland, ofwel de fiscale discounter van Europa, heft 12,5% vennootschapsbelasting (vpb). Maar het Nederlandse tarief van 25% ligt te ver boven de 15% of 18% waar concurrerende landen als Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk naartoe gaan, aldus de VVD-politicus.”

Niet genoemd worden de statutaire tarieven bepaalde andere EU-lidstaten, die hoger liggen dan ons 25%. Zoals wel vaker zeggen de percentages an sich niet veel. Hoewel over harmonisering van de belastinggrondslag gesproken wordt, is deze nog lang geen realiteit. Nadere analyse is nodig om de tariefsverschillen op waarde te schatten.

Fiscaal vestigingsklimaat

Het is belangrijk om te benadrukken dat Wiebes niet “zomaar” in het tarief wil snijden. Het is moeilijk om te voorspellen wat er gebeurt als wij ons huidige tarief handhaven. Hier tegenover staat de zekerheid dat het verlies van economische activiteiten banen kost. Het is mede in dit licht dat de fiscale sector al jaren hamert op het belang van een goed “fiscaal vestigingsklimaat”. Hiermee wordt primair bedoeld een lage belastingdruk en een “service gerichte” fiscus. Een enthousiaste fiscale lobby, hoofdzakelijk bestaand uit de commerciële belastingsector, heeft ad nauseam gewezen op de ongelukken die zouden gebeuren indien hun klandizie meer (sommigen zouden zeggen een fair share) moet betalen.

Nederland is niet gratis

Natuurlijk, een zo laag mogelijk Vpb-tarief geeft voor het bedrijfsleven het beste resultaat. De winsten vallen hoger uit, de aandeelhouders zijn blij. Voorwaarde is uiteraard wel dat alle publieke voorzieningen op peil blijven. De wegen, de opgeleide werknemers, veiligheid, etc. Nederland is leuk omdat de collectieve uitgaven in 2016 rond 50% van het bbp schommelen. Achter dit percentage gaan onder meer schuil onze primaire infrastructuur en waterwerken, toegankelijk onderwijs, de zorg voor iedereen en het nemen van onze internationale verantwoordelijkheden (ik doel op Defensie).

Een samenleving kost geld. Het ligt voor de hand dat ieder zijn deel van de rekening betaalt. Overigens moet ik de tweede Tax Director die dit ontkent nog tegenkomen.* Ik ben huiverig om het bedrijfsleven a priori weg te zetten als een hongerige eetpiraat, die op kosten van de andere belastingplichtigen zich vol wil vreten. Maar leg dat maar eens uit aan de gemiddelde Nederlander. Een loutere verwijzing naar het vestigingsklimaat is niet genoeg om de steun van het publiek te verzekeren. In een democratische samenleving mag niet verondersteld worden dat het publiek akkoord gaat met een tariefsverlaging. Hoewel de Vpb een relatief kleine belasting is, heeft zij – na al die jaren van publieke discussie – een enorme symbolische waarde gekregen.

How low will we go?

Stel dat er een tariefsverlaging komt. Waar moeten we dan aan denken? Mijn inschatting (wilde gok?) is een statutair tarief van 15%, eventueel gefinancierd uit een beperkte verhoging van het btw-tarief. Dat laatste is van wezenlijk belang want vergeet niet: een aanzienlijke verlaging laat een budgettair gat achter.** Iets zegt me dat dit de gewone burgers hiervan de dupe zullen zijn. Het proefballonnetje van de staatssecretaris speelt als bekend tegen de achtergrond van een aanhoudende publieke discussie over belastingontwijking en fair share. Relevant zijn uiteraard ook de politieke afspraken die tot stand kwamen bij de OESO en (in veel mindere mate) de EU. Het FD schrijft hierover het volgende:

“Door het zogeheten Beps-project onder leiding van de G20 en de Oeso (een internationaal initiatief tegen belastingontwijking) verdwijnen volgens Wiebes veel van de verschillen in nationale belastingstelsels die multinationals tot nu toe gebruiken om binnen de regels van de wet de belastingdruk te verlagen. ‘De toekomst is er al’, zei hij. ‘Verzet heeft geen zin. We moeten ons offensief en proactief opstellen, zodat we invloed kunnen uitoefenen.'”

Resistence is futile? Het is slecht gesteld met de fiscale soevereiniteit. Vrij vertaald zegt de staatssecretaris hier dat wij, nu allerlei loopholes gedicht zouden zijn, langs een andere weg moeten zorgen dat multinationals niet al te veel hoeven te betalen. Nederland moet immers concurrerend blijven. De vraag rijst of deze benadering recht doet aan de maatschappelijke sentimenten van de afgelopen jaren. Het antwoord is natuurlijk nee. Toen Henk en Ingrid vroegen om maatregelen tegen belastingontwijking door Starbucks, IKEA of Google, was het niet de bedoeling dat deze in één pennenstreek ongedaan zouden worden gemaakt met een tariefsverlaging.

De mazen zijn NIET gedicht!

Wat mij voorts stoort is de suggestie dat de bestaande mazen in het Nederlands systeem inmiddels zo’n beetje gedicht zijn. Dit standpunt is gewoon onjuist. Enkele dagen geleden werd onder Nederlands EU-voorzitterschap een richtlijn tegen belastingontwijking (de BEPS-richtlijn) aangenomen. Dat klinkt allemaal heel “offensief en proactief”, maar de uitwerking valt tegen. De BEPS-richtlijn is in de loop der maanden meerdere malen afgezwakt. Belangrijke wapens in het Nederlands tax planning arsenaal zijn ook na deze richtlijn inzetbaar: er is geen oplossing voor de Dutch Sandwich structuren of voor de fundamentele kritiek van OxfamNovib over de impact van belastingverdragen op ontwikkelingslanden. De rulings over informeel kapitaal en de BV/CV-structuren zijn als vanouds mogelijk (hier wel een slag om de arm want de rulingpraktijk is helaas nog altijd geheim). Daarnaast speelt nog steeds de vraag naar de fiscale lobby en de dubbele petten-discussie.

Totdat al deze zaken geadresseerd zijn, is het verlagen van het Vpb-tarief voorbarig. Er is op dit moment geen maatschappelijke consensus over de toekomst van deze belasting. Wel zie ik veel losse eindjes en rafelranden van het huidig debat. Het Nederlandse stelsel is op bepaalde punten even lek als twee jaar geleden. Een tariefsverlaging is niet per se fout, maar ook niet vanzelfsprekend.

Hoezo “onvermijdelijk”?

Tot slot weer een citaat uit het FD-artikel:

“Voor verlaging van het tarief in de vennootschapsbelasting is volgens Wiebes een breed politiek draagvlak nodig. Hij zei dat dit kabinet en de regeringsploeg die aantreedt na de verkiezingen in maart volgend jaar hiermee aan de slag moeten.”

Met de constatering dat een verlaging slechts kan op basis van een “breed politiek draagvlak” klopt. Sterker nog, ik denk dat we dit moeten uitbreiden. Er moet sprake zijn van een breed maatschappelijk draagvlak. En dat is niet hetzelfde. De discussie over deze thematiek moet daarom niet plaatsvinden na de verkiezingen (waarschijnlijk 15 maart 2017), maar ervóór. Het is tijd dat de vennootschapsbelasting een volwaardig verkiezingsthema wordt. De staatssecretaris heeft ons hiervoor een prachtige aanzet gegeven.

[UPDATE: inmiddels zijn er verschillende EU-ontwikkelingen gaande met betrekking tot een minimum tarief. Een goede zaak! Binnenkort verschijn hier wat over op deze site.]

***

* Een eerste heb ik al, maar die was bepaald niet representatief.
** Gedragseffecten daargelaten.

 

Foto door Winam via Flickr.com (Creative Commons, licentie).

About Anna Gunn

Fiscaliste met de specialisaties EU-belastingrecht en fiscale exotica. Geruime praktijkervaring met fiscale staatssteun.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *