Beste lezers,
In de laatste dagen van het jaar is het tijd voor chocolademelk, reflectie en een goed verhaal. In 2015 publiceerde Artikel104.nl voor het eerst een Kerstvertelling (een bewerking van het bekende verhaal van Charles Dickens over Scrooge en de spoken – zie onder). In 2017 kwam vervolgens een geheel nieuw verhaal over – kort gezegd – een epische strijd tussen Goed en Kwaad op de stoep voor de Hoge Raad der Nederlanden. Beide verhalen bevatten verwijzingen naar echte personen en gebeurtenissen en zijn dus ‘sleutelverhalen’. Mocht u zich herkennen, dan gaat de passage hoogst waarschijnlijk over u.
Alvast fijne feestdagen en een heel gelukkig Nieuw Jaar toegewenst!
Anna Gunn
***
Een Kerstvertelling – Geestverruimend proza voor tijdens de Kerstdagen
Het is Kerstavond op de (verlengde) Zuidas en ergens hoog in een toren brandt in twee kamertjes het licht. “Is het weer zo ver?” Vanuit de nevelen der tijd klinkt een oude, zware stem. Kom, beste lezers. Leg het NTFR even terzijde en kruip om de open haard. Het is tijd voor een fiscale wintervertelling…
Ebenezer Scrooge is een fiscalist van naam en faam. De koning van de bluf en meester in het ‘regelen’ van dingen. Scrooge begon als groot talent en was in de loop der jaren uitgegroeid tot commercieel fenomeen. Hij zou allerlei wonderen hebben verricht, zoals de 36 declarabele uren op één dag (waarbij de bijzonderheid school in het feit dat Scrooge deze uren ook daadwerkelijk gemaakt zou hebben door – zo wil de legende – met een vliegtuig tegen de tijdzones in te reizen).
“Ga je écht niet mee naar de borrel, Ebenezer?” Nee, wat een idiote vraag. Het is al na tienen en Scrooge probeert zijn analyse rond te krijgen. Het is nog zeer geheim, niemand zit te wachten op coco-gate deel 2, maar de Minister heeft laten doorschemeren dat er “iets” te regelen valt in het Belastingplan 2017. Op verzoek van één van zijn grootste klanten verwacht Scrooge nog wel even bezig te zijn. De vraag die op tafel ligt: Waarom is de beoogde steunmaatregel toch geen verboden staatssteun? Scrooge zet zijn brilletje af. Why indeed? Om beter te kunnen nadenken besluit Scrooge om te doen wat hij wel vaker doet als de schoonmakers al geweest zijn: kantoorgolfen op de gang. Het golfsetje heeft hij zeker twintig jaar geleden cadeau gekregen van zijn personeel. Wie zal zeggen waarom? Scrooge moet erom lachen: “Het is beduidend duurzamer dan mijn huwelijk.” De scheiding van het echtpaar Scrooge was destijds de talk of the town. De breuk kwam door zijn affaire met de secretaresse van de managing partner van kantoor Mauritius, althans dat werd er na enkele glazen op de borrel gezegd. Maar of dat de echte reden was? Dat de scheiding Scrooge flink wat gekost heeft, was in elk geval algemeen bekend. “Ach,” zei hij altijd lachend, “maar dan heb je ook wat!”
Bob Cratchit
“Uhm, hallo?” Terwijl Scrooge in gedachten verzonken op de gang staat met zijn piepschuimen golfstick en het balletje, is de deur van het tweede nog bewoonde kantoor open gegaan. Scrooge ziet een mager wezen met een iets te grote pak en schoenen van Crockett & Jones (dat dan weer wel). Hoe heet dat mannetje ook al weer? “Meneer Scrooge, wat doet u hier nog? Het is Kerstavond en er bestaat een reële kans dat we zo ingesneeuwd raken. U kunt nog naar de borrel.” Scrooge: “Nou, wellicht zou ik hetzelfde tegen jou moeten zeggen. Zo in het kader van de work-life-balance. Hahaha.”
De jonge adviseur heet Bob Cratchit. Hij had al thuis willen zijn – zijn zieke moeder paste op de kleine Tim (zijn 3-jarige zoon die kreupel is en daarom extra zielig) – maar dat heeft niet mogen zijn. Als jongste bediende moest Bob zich namelijk ontfermen over het jaarlijks debacle met de last minute claims voor het terugvragen van dividendbelasting. Die moet je vóór 1 januari indienen want anders zijn ze verjaard. Het verbaasde hem steeds weer hoe creatief belastingplichtigen in dit verband waren. Zijn coach had hem tot secuurheid gemaand: “Ooit vonden we begin januari een claim onder één van de bureaus. Dat was wel even een dalletje, ja.” Was het een urban myth? Op handen en voeten had Bob voor de zekerheid onder de tafels gezocht naar verdwaalde claims (hij had er al twee gevonden waarvan één uit 2012).
“Ik ben op zoek naar claims,” zei Bob, “die liggen hier voor het oprapen!” Het grapje viel niet in goede aarde. “Voor het oprapen? Voor het OPRAPEN?” Scrooge was woest. “Ventje, heb jij enig idee hoe hard IK hiervoor heb moeten werken? Hmm? En hier sta jij, je kan helemaal niks, met je schoenen van EUR 600 en zo ongetwijfeld een date met een jonge advocate? Bah onzin!” Bob was erg geschrokken. Een date? Sinds het vertrek van zijn eigen vrouw alweer 18 maanden geleden was Bob in romantische zin zeer eenzaam. Daarbij, zijn moeder lag op sterven. Nou ja, sterven. Ze was in elk geval ernstig ziek. En wie zou er dan voor de kleine Tim moeten zorgen?
“Oprápen! Hoe komt ‘ie erop?” Scrooge stampvoet zijn weg naar het bureau van de arme knecht, pakt een stapeltje claims en gooit ze met een groots gebaar de trap af. Als sneeuwvlokken dwarrelen enkele miljoenen naar beneden. “Zo. Ga dat maar lekker oprapen, verwend truffelvarken!” Scrooge gooit het golfstickje op de grond en gaat zonder nog één woord te zeggen naar de lift. Ondertussen heeft Bob, met tranen in de ogen, zijn das afgedaan en de mouwen opgestroopt. Het wordt een lange nacht.
Interlude met drie studenten
Beneden is er niemand meer. Scrooge moet daarom zelf een taxi bestellen. Het zal wel druk zijn, want het is een oude Fiat die voor komt rijden met drie andere passagiers op de achterbank. Studenten, in kennelijke staat en verkleed als… ja, als wat eigenlijk? “Zie je het dan niet? Wij zijn de Chippendales – hik – we gingen geld ophalen voor een goed doel.” Het was een bizar tafareel. De chauffeur verontschuldigt zich: “Ik kwam ze onderweg tegen. De zustervereniging heeft ze uit het Kerstbal gezet. Als we een kleine omweg nemen dan kunnen we ze in thuis afzetten. Een goede daad.” Scrooge kijkt met afgrijzen maar de knapen, lallend in hun zwembroeken en vlinderstrikjes. “Wil ik weten waarom het hier naar olijfolie ruikt?” De taxichauffeur zucht diep. “Onduidelijk, maar ik geloof dat ze de Orde Dienst op het feest letterlijk hebben willen ontglippen. Uiteindelijk heeft men ze moeten vangen met een enorme fluwelen gordijn.” De heerschappen schateren van plezier. “Ken ik jou niet ergens van?” vraagt Scrooge de kleinste student. “Jazeker,” zegt het ventje, “Ik deed mee met de Top Talent Master Class. Ik begin in januari op jullie Private Wealth-afdeling. Leuk hè?”
Ruim 3 uur later bereikt Scrooge zijn voordeur.
Jacob Marley
Scrooge woont een mooi huis met een lange oprit. “Dat is dan EUR 150,” zegt de chauffeur, “Plus EUR 70 extra voor de schoonmaakkosten.” Scrooge is te moe om ruzie te maken, maar noteert wel het kenteken om op een later moment aangifte te doen wegens oplichting. Hij wil slapen, maar eerst een glaasje water. Misschien iets sterkers? In de loop der jaren heeft Scrooge een tamelijk fenomenale verzameling wijn en gedestilleerd opgebouwd. Alles wat hij ooit gekregen heeft is bewaard. Van de flesjes zure huiswijn voor de tentamentrainingen tot de absurde Midas die hij bij gelegenheid van zijn 50e verjaardag kreeg van het team. (Scrooge herinnert zich zijn opluchting toen “bubbels” een eufemisme bleek te zijn voor prosecco. De declaratie voor 30 liter echte champagne die zijn ‘gulle’ team onvermijdelijk zou indienen zag hij niet gaarne tegemoet.)
“Dag Scrooge.” In de hoek van de keuken staat opeens een man in een vreemdsoortig, men zou zelfs kunnen zeggen buitenwerelds, licht. Een aangename verrassing: “Marley! Beste vriend, wat goed je te zien. Je bent al tien jaar dood! Ik weet niet wat je hier doet, maar je bent meer dan welkom. Ik heb je zoveel te vertellen.” Jacob Marley is de oude compagnon van Scrooge, met wie hij eind jaren ’80 het beruchte Scrooge en Marley Bastingadviseurs VOF had opgericht (later geruisloos omgezet in SMB B.V. en weer later ingebracht in Scrooge&Marley Tax and Litigation Ltd, onder medewerkers liefkozend S&M genoemd). Ooit was Marley de beste cassatieberoepspecialist van Nederland. Een meester in het opsporen van obscure vormfouten, een shaolin-monnik met een Zen-fetisjisme (maar dan met processtukken). Die goeie ouwe tijd. “Maar Marley, wat zie ik nu? Je bent van top tot teen bedekt met zware ketenen. En je kijkt getergder dan toen dat tiendagenstuk te laat op de post ging, hahaha.” “Scrooge, hou alsjeblieft op. Sinds mijn overlijden zit ik vast in het vagevuur. Ik was niet echt slecht, maar goed kon je mij ook niet noemen. Ik zag dat de mazen mazen waren, maar beriep mij – net als de rest op de professie in de wereld pre-BEPS – altijd op de ‘grammaticale uitleg’. Mijn klant was koning en de wetgever moest maar op de blaren zitten. Welnu, mijn minachting voor CSR is mij duur komen te staan. Mijn lot is een duizendjarige kwelling van incoherent proza van de hand van fiscaal-literaire proleten. Schrijf- en tikfouten, stijlbunders, verkeerde verwijzingen, rare doelredeneringen en op een slechte dag ook wat Europeesrechtelijke stukken in abject steenkolen-Engels. Scrooge, vannacht komen er drie geesten bij je op bezoek. Luister naar ze en beter je leven.” – Marley begint begint langzaam te vervagen – “Oh en Scrooge, als ik je nog een tip mag geven: de impact van het Groupe Steria-arrest wordt zwaar overschat want…”
En weg is Jacob Marley.
I. De Geest van de Voorbije Kerstmis
Het is exact 01:00 als Scrooge ruw gewekt wordt door geklop op de deur. “Ben jij de eerste Geest?” Scrooge, die zijn slaapmuts nog op heeft (een slaapmuts ja, wij snappen het ook niet – red.), staat opeens in een zee van licht. De Geest van Voorbije Kerst ziet er eigenlijk heel gewoontjes uit: een man van in de veertig, beetje vermoeid en verder niet bijzonder. “Scrooge, ik ben de Geest van de Voorbije Kerstmis. Het is mijn taak om je te laten zien hoe het zover heeft kunnen komen.” Het begint Scrooge te duizelen en alles wordt donker.
Scrooge zit aan de bar van een bekend café. Naast hem de eerste Geest en een schaal bitterballen. De krant op de leestafel verraadt dat het 1984 is, het jaar dat Scrooge (zoals dat hoort cum laude) zou afstuderen in het belastingrecht. Het is gezellig druk en buiten lijkt het zelfs een beetje te sneeuwen. “Maar dat is Belle!” Tussen de mensen ziet Scrooge opeens zijn oude vlam. Wat is ze toch mooi. Lang blond haar, een witte jurk en, net als Madonna die in dat jaar een hit scoort met Material Girl, een schoonheidsvlek van kohlpotlood. “Ik heb haar herhaaldelijk uitgelachen om dat ridicule ding. Wel een leuk liedje. Gaat over hebzucht.” Het is duidelijk dat Scrooge op slag verliefd is. Belle zwaait, “Ebenezer? Waar ben je?” “Hier, Belle! Hier ben ik!” Maar ze loopt hem straal voorbij. De eerste Geest: “Ze kan ons niet zien. Maar jij zit in elk geval daar.” Scrooge draait zich om en ziet, tot zijn grote schrik, zijn jongere zelf gebogen over een schrift. Hij is journaalposten aan het oefenen. “Belle, niet nu. Ik heb begin januari een tentamen.” “Maar…” Ze loopt verdrietig weg.
De eerste Geest: “Ik wilde je vragen waarom het stuk is gelopen, maar volgens mij weet ik het antwoord al.” Scrooge weet weer hoe het ging: “Ze raakte in de ban van de liefdadigheid. Ik heb altijd gedacht dat dat kwam door die andere hitsingle van dat jaar, je weet wel van Band Aid ‘feeheeed the worrreld… let them know it’s Christmas tiihiime… Ze wilde opeens de wereld redden. Ging naar Afrika. Haalde geld op en bouwde een kleine school. Ik verloor haar uit het oog.” Heb je haar dan nooit ge-Googled? Facebook? “Waarom? Ze had toch al gekozen.”
II. De Geest van de Huidige Kerstmis
Bah humbug. Voor zover Scrooge een zwak momentje had is dit voorbij als hij in bed stapt. Maar hij ligt nog maar net te slapen of de tweede Geest dient zich aan. “Hai!” Het is 02:00 en een kruising tussen Bacchus en de kerstman vult opeens de kamer. “OK, stop, ” zegt Scrooge die zich geroepen voelt zijn grenzen aan te geven, “Ik vind alles prima, maar niet dat ontbloot bovenlichaam. Echt niet. Hier, een oud overhemd. Ja, da’s beter. Ik neem aan dat we weer op pad gaan?” De Geest van Huidige Kerst weet zich redelijk snel te herpakken. “Je hebt je ware liefde laten lopen, dat zag je zojuist. Hoe staat je leven er nu voor?” De geest pakt Scrooge bij de hand en vliegt dwars door de muur naar buiten, hoog in de lucht. Scrooge is te verbaasd om bang te zijn.
“We zijn er!” Scrooge kijkt om zich heen. De (verlengde) Zuidas, maar dan wel op een meter of 40 hoog. “Aaaarghh!!!” Scrooge realiseert zich opeens hoe precair zijn situatie is. “Kijk,” zegt de tweede Geest, “Jouw kantoor. En wie zien daar op handen en voeten door de gangen kruipen? Juist, Bob Cratchit. Jij bent zijn baas, kun je me vertellen wat hij aan het doen is?” Scrooge: “Jazeker, hij zoekt in te dienen claims. Toen ik ze – meer voor de grap dan iets anders – op de grond liet vallen bleek dat meneer geen overzicht had bijgehouden. Hij wil nu zekerstellen dat we over een paar dagen niet voor miljoenen het schip in gaan. Arme drommel.” De tweede Geest schudt het hoofd, maar Scrooge zegt: “Luister, het komt wel goed. Mijn secretaresse maakt overal kopieën van. Maar Bob moet het wel leren. Hij heeft talent maar is lui. Hij komt geregeld na negenen binnen en is vaak als eerste weg.” “Wil je weten waarom dat is?” Zonder het antwoord af te wachten neemt de tweede Geest Scrooge mee naar een klein huis verderop in de stad. “Kijk maar door het raam.”
Scrooge drukt zijn neus tegen het glas. Het is een trieste bedoening. Vierdehands meubels en servies van de plaatselijke Kringloop. In plaats van een boom een nogal fallisch aandoende amaryllis die Scrooge herkent als deel van het S&MTL-kerstpakket. “Mooi hè? Hebben we met zorg uitgekozen.” “Scrooge, het gaat even niet om jou. Kijk eens naar de oude dame, dat is Bob’s moeder. Zie je hoe haar handen trillen? En hoe ze steeds op de klok kijkt in de hoop dat haar zoon thuiskomt met iets warms te eten? Ze is ernstig ziek en heeft verzorging nodig. En dat,” de tweede Geest wijst naar een aftandse schapenvacht in de andere hoek, “is de kleine Tim. Op hem hoef je niet te letten, hij is kreupel en komt dus niet ver.” Door de nacht klinkt het geluid van een eenzame viool. “Papa, papa help me ik heb honger.” Het stemmetje van de kleine Tim draagt niet ver genoeg om het koude hart van Scrooge te doen ontdooien.
Of toch?
III. De Geest van de Toekomstig Kerstmis
Arme Bob. “Misschien moet ik hem wat extra’s toeschuiven bij de jaarlijkse bonussen. Hoewel…” Scrooge is kritisch, “Schept dat geen precedent? Ik snap best dat hij het klote vindt om op Kerstavond op kantoor te zitten. Maar heus, we’ve all been there. En er zijn zat andere beroepen die Bob had kunnen kiezen waar dat niet de norm is. Dit is meteen de zwakke plek van het gezemel over de work-life balance. Voor jou tien anderen. En vinden we het fair als iemand die harder wil werken wordt tegengehouden door een politiek correcte ideologie die juist het gebrek aan focus op de carrière beloont? In deze sector betekent deeltijd 50 uur per week in plaats van 70. Dacht je dat de Chinezen een sabbatical willen om te gaan interrailen in Zuid Amerika? Of verwachten dat ze in de baas z’n tijd aan een proefschrift kunnen klussen?” Scrooge was ouderwets.
“Je hebt werkelijk niets geleerd, hè?” Het is 03:00 en de laatste van de drie Geesten heeft zich aangediend. Scrooge keert zich chagrijnig om maar valt dan meteen bibberend op zijn knieën. De derde Geest is helemaal geen geest. Hij is de Dood. “Nee! Nog niet! Marley zei dat er drie geesten zouden komen en wekte de indruk dat ik daarna, indien en voor zover nodig, mijn leven zou kunnen beteren. Dat ik niet duizend jaar in een fiscaal rechtelijk vagevuur zou hoeven te zitten met mensen die niet weten of de punt in het driehoekje bij de check-the-box-entiteiten naar boven moet wijzen of juist naar onderen.” De Dood heeft veel meegemaakt maar dit is toch wel heel bijzonder. “Seriously? Dat is jouw grootste angst? Maar wees rustig, jouw tijd is nog niet gekomen. Ik ben – ik nam aan dat je deze had zien aankomen – de Geest van de Toekomstige Kerst. Ik kom je nu nog niet halen. Nog niet…”
Wederom begint de kamer te draaien.
Waar zijn we? Een sobere kamer, stemmig maar tegelijkertijd ook steriel. In het midden een grote zwarte kist en een orgel dat een obligaat beetje Bach produceert. “Ben je dan niet nieuwsgierig?” vraagt de Dood. Schuchter schuift Scrooge de kist open. Hij is zich pijnlijk bewust van zijn nachthemd (ook deze kledingkeuze kunnen wij niet verklaren – red.) en de slaapmuts, maar beseft zich dan dat hij onzichtbaar is. Hij is gespannen, al is bij voorbaat bekend wie in de kist zal liggen: hij is het zelf. “Dat ben jij, Scrooge.” Deze volstrekt overbodige constatering hebben we te danken aan de derde Geest. “Ja, dat zie ik ook wel, imbeciel fantoom. Ik zie alleen geen enkel verschil tussen mijn huidig voorkomen en dat van mijn toekomstig zelf. Maar wat is dat voor een blauwe plek?” Scrooge kijkt naar het lijk en rolt dan zijn eigen linkermouw op. Vier stevige vingers en de sterke duim van de tweede Geest hebben tijdens het vliegen hun sporen achtergelaten. De realisatie komt als een schok: “Zeg derde Geest, van hoever in de toekomst kom jij eigenlijk?” De geest lacht. “Kijk, dit is waarom Marley altijd op de fatale termijnen moest letten. Je hebt nog ongeveer twintig minuten.”
Rondom de kist
Scrooge zijgt neer op één van de stoelen rondom zijn kist. “Dit is het dan.” Enige troost put hij uit de gedachte dat Marley op hem wacht. Wie weet welke kansen het vagevuur biedt. “Vagevuur?” (Scrooge was even vergeten dat de geesten zijn gedachten konden horen) “Voor jou helaas een gepasseerd station.” De Dood was alles behalve gezellig. Tot zijn afgrijzen zag Scrooge opeens vlammen en kwaadaardig lachende gnomen om zijn kist dansen (mogelijk zijn het horkerige oud-inspecteurs afkomstig uit de donkere spelonken van de Belastingdienst waar sinds de introductie van Horizontaal Toezicht geen mens meer is geweest). Dit gaat niet de goede kant op. Maar is er dan geen redding? Dit is een allegorisch verhaal, met Kerst nota bene, dus het antwoord luidt natuurlijk bevestigend. Er is ten slotte altijd een uitweg voor wie out of the box wil denken. Starend naar zijn eigen kist krijgt dit cliché opeens een heel andere lading.
Dan komen er twee vrouwen binnen. De eerste zag eruit alsof ze het mortuarium van Artis had leeggeroofd. Ze is van top tot teen bedekt met dode dieren: nertsen, hermelijntjes, slangenleer, veren van een exotische papegaai, parels en wat ivoor en druipt nog net niet van het bloed. Ze speelt met haar iPhone. “Ze gaat toch zeker geen selfie nemen?” denkt Scrooge. De dame in kwestie is zijn eerste vrouw die, met het oog op de erfenis, zijn heengaan wenst te constateren. Haar gezicht staat op onweer maar wel met een gemene twinkeling in de ogen. “Zo, lig je daar lekker, klootzak? Net goed.”
Hoe anders de tweede dame. In haar witte jurk en bruin van de tropenzon herkent Scrooge, ondanks haar grijze haren, zijn enige ware liefde: Belle. Zo onschuldig en licht. Hoe zij zo snel vanuit het zuidelijk halfrond naar Amsterdam is gekomen, is een raadsel waarvan alleen de derde Geest het antwoord weet. “Oh Ebenezer, wat is er toch gebeurd? Hoe kon het zover komen?” Ze pinkt discreet een traantje weg, maar kan haar verdriet nauwelijks in bedwang houden. De eerste vrouw slaat haar minachtend gade: “Ach wijfie, hij is ‘t niet waard. Maar nu ik je zo bekijk… ben jij nou die ene uit Mauritius?”
De Dood: “Scrooge, het is tijd om te kiezen. Je kunt met Belle meegaan maar dan verlies je wel je plaats in de maatschap en bijna al je geld. En ja – ik hoor het je denken – ook je vaste medewerkerschappen bij de BNB en de FED. Het abonnement op de V-N mag je trouwens houden want dat is een fiscaal mensenrecht. Als je met Belle meegaat zul je heel tevree je dagen kunnen slijten met een bescheiden MKB-praktijk in de provincie. Beetje eigen woning, beetje IB-winst en de jaarvergadering van de NOB als onbetwist fiscaal hoogtepunt. O, en voor het overige is de boedel voor jouw ex-vrouw. Het huis, de verzameling middelmatige drank en de vele miljoenen die je in de loop der jaren naar allerlei belastingparadijzen hebt weggesluisd. Kijk niet zo beteuterd, ik ben alleen maar de Dood, niet de fiscus.” Gelukkig kan de derde Geest lachen om zijn eigen grapje.
En de andere optie? “Je kunt ook voor kiezen voor continuïteit, doorgaan zoals je dat altijd deed. Het is weliswaar een korte-termijnscenario – nog twaalf minuten om precies te zijn – maar met één groot voordeel: alles blijft uit handen van jouw ex. Hoe we dat regelen? Ach, laat dat maar aan ons over. Zij blijft dan berooid achter en sterft ergens in 2019 als dakloze onder een brug.”
***
Ontknoping
Scrooge heeft nog even getwijfeld maar kiest dan uiteraard voor Belle. Voor de laatste keer begon de kamer te draaien en hij werd wakker in zijn eigen bed. “Wat een opluchting.” dacht hij. “Het was maar een droom. Drie geesten en Jacob Marley, wat een onzin.” Toen ging de telefoon. “Dag meneer Scrooge, met Bob van kantoor. Ja, ik zit er nog, de claims zijn wel bijna af. Ik heb drie keer gecheckt, ja. Maar meneer Scrooge, waar ik voor bel… er zit beneden een dame en ze wil absoluut niet weg. Een witte jurk, ja. Hoe wist u…” Bob is nog niet uitgepraat of Scrooge is onderweg. Is zij het? Waren zijn dromen toch waarheid? Als hij daar aankomt is het waar: Belle! In slow motion rent Scrooge op zijn ware liefde af. Ben je het echt? Blijf je nu bij me? Voor altijd? Wil je mijn fiscale partner worden? Als in een film zegt Belle dan zachtjes: “Ja.”
En met dat ene woord houdt het op met sneeuwen en rijst achter de horizon langzaam een magische winterse zon. Bob, waar ben je? Scrooge is uitzinnig van vreugde en gaat je zo twee weken vrij geven. “Kom naar beneden, het is Eerste Kerstdag en dat gaan we vieren. Op naar jouw huis, Bob. Belle gaat mee!” Bob aarzelt: “Meneer Scrooge, het spijt me, sinds het lezen van de stijlgids van Artikel104.nl maak ik 80% van mijn loon op aan herenmode en persoonlijke hygiëne. We hebben net een tweede hypotheek moeten nemen op mijn moeders huis. Hoe anders mijn nieuwe Royal Oak te financieren?” Even is Scrooge van zijn à propos: “Dat ding is echt? Bob, ik dacht eerlijk waar dat je ‘m op de kermis gewonnen had. De enige reden dat ik je er niet op heb aangesproken is omdat je dan meer loon zou willen hebben voor een echte. Maar weet je wat, we halen onderweg McMuffins en Latte Frappuccino’s als ontbijt. En daarna gaan we lunchen bij Gordon Ramsay. Die heeft tegenwoordig drie sterren. Hijs de kleine Tim maar op je schouders en moeders gaat ook mee!” “Maar meneer, dat is in London…” “Precies. En daarna vliegen we verder terug in de tijd, want weet je Bob, het leven duurt maar kort. Laten we er wat moois van maken!”
***
Foto door Vegar Norman via Flickr.com (Creative Commons, licentie: hier).