Laatst was ik op een borrel in een van de grote steden. Altijd leuk. Het was ter gelegenheid van de uitreiking van een fiscale prijs (ik zeg niet welke). Naast veel vakgenoten was er een redelijke vertegenwoordiging van de fiscale schrijversgilde. Dat is altijd aardig, zeker met het oog op nieuw kopij. Er waren ook bitterballen, obers en zelfs een fotograaf. Kortom, voor alles was gezorgd. Het ontbrak ons aan niets of niemand. Alhoewel…
“Het zijn wel veel witte mannen, hè?” Lezer, ik begon er niet over. Het was een van de organisatoren (een witte man) die mij wees op de inderdaad eenzijdige samenstelling van het gezelschap. Wederom bleek het fiscale grijs in minstens vijftig tinten verkrijgbaar. Of dit niet een aardig thema was voor Artikel104? “Dat is lastig,” zei ik (niet hardop): “Stukjes over witte mannen vallen slecht. Feminisme heeft toch een zure bijklank. Ik kan het me financieel niet veroorloven om vijanden te maken. Witte mannen boeken nog steeds de externe gastsprekers.”
Niet óf maar hoe
Ik krijg met regelmaat de vraag naar mijn visie op Diversity. Witte mannen zijn toch aardig? Wat is het probleem? Tsja, wat moet je daar nou mee? Als je het nog steeds niet snapt – denk ik dan – dan kan ik je niet verder helpen. Het ter discussie stellen van diversiteit is tegenwoordig een achterhoedegevecht; het is gewoon een feit dat bestuurders en organisaties op grote schaal een (meer) divers personeelsbestand zoeken. En zie goed: Diversity is een business strategy – geen liefdadigheid.
Stereotypen
In de praktijk blijkt het lokken van vrouwen behoorlijk ingewikkeld. Niet voor niets bestaat een hele industrie met coaches, dagvoorzitters en andere lady whisperers. Mijn boekenkast is bezaaid met zelfhulpboeken (bijna allemaal verkregen als cadeautje bij een of ander event). Een veel gehoorde tip is dat vrouwen zich beter moeten “profileren”. Zichtbaarheid, daar gaat het om. Via publicaties, opscheppen bij koffiezetapparaat en slimme interventies op congressen (Linkedin-posts die beginnen met “I am extremely honoured to…” vallen onder de laatste categorie). Nu heb ik nog nooit een kans gemist om me te profileren, maar gaande weg ben ik wel gaan twijfelen aan het nut ervan. Allereerst natuurlijk omdat ikzelf, ondanks alle aandacht, nog steeds geen CFO van een beursfonds ben. Dat had inmiddels wel gemogen. Eigenlijk is profileren niet eens zo speciaal. Vrouwen trekken hun mond aan de lopende band open, zeker als ze nog jong en goedgelovig zijn, omdat dat gewoon bij hun werk hoort. Het probleem zit wat mij betreft vooral aan de kant van de (mannelijke) toehoorders. Ik heb vaak genoeg meegemaakt fiscalistes werden overschreeuwd of uitgelachen door oudere, meer zelfverzekerde/-voldane mannen, hoger op de apenrots. Zomaar, als “grapje”. Meer kan ik er niet van maken. Niet alle heren maken zich schuldig aan dergelijk gedrag. Eén enkele ongecorrigeerde seksist kan echter al veel schade toebrengen. Alleen: als je de rotte appels erop aanspreekt, zeggen ze: “Ik heb niets tegen de vrouwen in het algemeen. Toevallig is deze vooral goed in het regelwerk en het verbinden van mensen (i.t.t. commercieel of goed in vaktechniek). En die moet altijd de kinderen van school halen. Als luizenmoeder, hahahahaha.”
Middelmaat
Een belangrijk misverstand is dat voorstanders van diversiteit een hekel hebben aan witte mannen. Het is een onzinnig cliché want er is helemaal niemand die serieus de jacht wil openen op de mannelijke medemens. Het immer intrigerende manifesto van de Society for Cutting Up Men (SCUM) blijft voorlopig in de kast. Het gaat erom dat er meer ruimte komt voor fiscalisten die niet passen in de traditionele mal (“wit met piemel en een pak”, om met de onvolprezen ZoZa’s te spreken). Ik begrijp wel waarom middelmatige witte mannen dit beangstigend vinden – statistisch wordt hun kans op een topfunctie kleiner. Ze voelen zich bedreigd door de “k*ttenkrans” en gaan opzichtig hoesten als een dame het woord neemt op het VTO. Ze zeggen: “zou ze een kale poes hebben? nee, ik bedoel als huisdier” of “de vrouwen hier zien er niet uit; op de Zuidas hebben ze allemaal maatje 36” of over de Marokkaanse werkstudentes “pas op voor de jihadi’s”. Een manager met een oudere vriend is een “golddigger die niet echt hoeft te werken”. Een hooggeplaatste vrouw is een “Excuus Truus”. Allemaal echt gehoord. Tot overmaat van de ramp geldt dat een “stoer wijf” (en wie wil er nou niet stoer zijn?) zich geraakt noch geschaad mag voelen door zulk geklets. Moeiteloos bijt ze van zich af, om dan tussen het kolven door miljardendeals te sluiten. Met ‘slechts’ wat zelfverzekerdheid en lef, een roestvrijstalen reputatie, permanent ad rem zijn, een kleine megafoon en een omgeving die de assertieve vrouw niet wegzet als een humorloze feeks. Want zoals we allemaal weten wordt de positie een vrouw op generlei wijze ondermijnd door collega’s die speculeren over haar measurements.
Beter zoeken!
Terug naar de borrel. Ik had graag gewild dat ik mijn gastheer van een oplossing kon voorzien. Een geheim boekje met de namen van al mijn fiscalistenvriendinnetjes opgetekend in roze geurstift. Helaas, maar hier het goede nieuws: talentvolle vrouwen bestaan wel (en dat in significante aantallen). Je moet alleen even zoeken.* Als ik een uitgever was, zou ik beginnen met een exclusieve bijeenkomst voor alle vrouwelijke abonnees. Zoek een aansprekende locatie, een spreker, buitengewoon goed eten en wat uitnodigingen. Je kunt eerlijk zijn: je zoekt contact omdat je uitsluitend witte mannen kent en denkt dat er veel talentvolle vrouwen zijn, die je graag voor je karretje zou willen spannen (wel even anders opschrijven). Stel dat je 500 vrouwen kunt uitnodigen en dat 95% daarvan het een stom plan vindt. Dan heb je alsnog 25 nieuwe contacten om mee te praten. Stel dat je 10% van die groep duurzaam aan je kunt binden (bijv. als annotator), dan heb 2½ nieuwe vrouwen gewonnen met slechts één borrel. Wat je met die halve moet, weet ik niet. In algemene zin is dit echter een prima begin.
***
* Weliswaar heb ik geen lijst paraat, maar mocht u verlegen zitten om een goede spreekster of auteur, neem gerust contact op. Wellicht kan ik helpen. Volledigheidshalve geef ik hieronder ook mijn eigen profiel.