Gisteren mocht ik in Rotterdam bijdragen aan een hoorcollege fiscale ethiek, als praktijkdocent. Een mooie sessie onder leiding van Margreet Luth (Erasmus Universiteit) en met panellisten Peter van Hagen (Hertoghs advocaten) en Jules de Beer (Pereira). En natuurlijk een leuke groep masterstudenten.
Het thema fiscale ethiek is vaker aan de orde gekomen op Artikel104.nl. Als vak op de universiteit is het – zoals ik ook bij die gelegenheden heb opgemerkt – nog volop in ontwikkeling. Ethiek hoort bij de fiscale opleidingen, maar hoe kan je dit op een betekenisvolle manier vormgeven? Binnen zeer beperkte tijd moet wezenlijk worden bijgedragen aan de opleiding van jonge fiscalisten. Hun wereldbeeld moet verbreed worden. Een enkel college over Aristoteles of Kant is niet al te ingewikkeld om te organiseren (zeker als je het kunt ‘outsourcen’ aan de afdeling rechtsfilosofie). Het is echter twijfelachtig of een spoedcursus categorisch imperatief de beste invulling is van de 3 á 4 uur die voor fiscale ethiek is ingeruimd.
Vak in beweging
Mijn eigen bijdrage aan het Nederlandse fiscale ethiekonderwijs – ik heb het vak inmiddels aan de universiteiten van Leiden, Maastricht, Rotterdam en Curaçao gegeven – heeft de afgelopen jaren een ontwikkeling doorgemaakt. Zo wordt het ‘fair share’ (enkele jaren geleden een onbetwiste kernthema) nog wel besproken maar heeft allang geen eigen slide(s) meer. Rechtsbescherming is, mede tegen de achtergrond van het Toeslagenschandaal, steeds belangrijker geworden. ESG krijgt steeds vaker een plekje. En discussies in de collegezalen worden beter, creatiever. Voor deze generatie is de 2008 crisis slechts marginaal minder exotisch dan het verloren rijk van Atlantis. De studenten kijken met een frisse blik naar de materie. Ik hoor de laatste tijd allerlei onverwachte inzichten (die ik met dank opschrijf en dan aan de volgende groep voorschotel). Van compliance en Islamitische Zakat, geopolitieke vraagstukken tot ‘familie’ als stakeholder van een ondernemer. Gisteren rees bij toeval een belangrijke vraag: wat kunnen we doen om onze fiscaal-ethische grenzen te bewaken? Dat er moet worden nagedacht over waar die grenzen liggen en – nog belangrijker – welke momenten gepaard gaan met ethische vraagstukken, is een gegeven. Studenten moeten een moreel kompas ontwikkelen, niet zozeer omdat het kompas ‘de’ juiste oplossing geeft maar omdat het helpt bij het identificeren van vragen. Dat laatste is in de praktijk namelijk niet vanzelfsprekend.
Fiscale ethiek als cultureel fenomeen
Het oplossen van dilemma’s is per definitie ingewikkeld. Er zijn geen eenvoudige oplossingen, alle wegen hebben nadelen, etc. Vanuit de universiteiten is het zaak om studenten te equiperen met de intellectuele bagage om Gordiaanse knopen mee door te hakken. Maar dit alleen is niet genoeg. Indien studenten vervolgens niet in staat zijn om daadwerkelijk iets te doen met de inzichten, kunnen we net zo goed thuisblijven. Dat ‘iets doen met’ heeft verschillende kanten. De wijze waarop in de praktijk wordt omgegaan met fiscale ethiek wordt in hoge mate bepaald door de cultuur op een bepaalde werkplek. Als de senior partner uitstraalt dat het ‘eigenlijk allemaal onzin’ is maar dat je dat ‘nooit hardop moet zeggen’ wordt deze makkelijke (zo niet te zeggen lakse) houding overgenomen door de jeugd. Zoals de ouden zongen piepen immers de jongen. Daarmee rijst de vraag in hoeverre een (jonge) fiscalist op het werk daadwerkelijk de ruimte krijgt om een ethisch (tegen)geluid te laten horen. Deze vraag dient ook op de universiteit besproken te worden. Durf je ruzie te maken? Hoe ga je om met een eventueel conflict? En – in het ergste geval – durf je ook weg te lopen? De klant aan een collega over te dragen? Of gewoon ontslag te nemen? Overigens vind ik dat dergelijke vragen ook aan (gast)docenten en -sprekers moeten worden voorgelegd.
‘These boots are made for walking’
Enfin, vrijheid heeft veel facetten: het kunnen weglopen is daar één van. Docenten hebben een bepaalde verantwoordelijkheid richting de volgende generatie. Ze zouden de deuren moeten openen, niet sluiten. Mij zal je nooit horen zeggen: ‘Je bent werkstudent? Bah, werken voor de Big Four is moreel onaanvaardbaar!’ Wel ben ik inmiddels zover dat ik studenten erop wijs dat het aangaan van een hoge hypotheek, een leaseauto met een hoge afkooppremie, opleidingen die bij vertrek moeten worden terugbetaald en meer in het algemeen schulden aangaan, factoren van betekenis zijn in relatie tot fiscale ethiek.
Dus, beste studenten: pas op voor de ‘gouden kooi’. Ga vooral voor het grote geld maar stel wel steeds de vraag hoe dat geld jouw ethische beweegruimte beïnvloedt. Als jouw klant ergens in de Cariben een geheime bankrekening heeft en jouw baas een oogje toeknijpt, kan je dan paal en perk stellen? Of moet je blijven zitten omwille van drie pony’s en een villa aan de goede kant van Wassenaar? Ik kan niet voor de hele sector spreken, maar mij lijkt dat laatste jammer.
Foto door brian.ch via Flickr.com onder Creative Commons licentie.
https://creativecommons.org/licenses/by/2.0/