Op 18 mei 2022 publiceerde VNO-NCW een Tax Governance Code (TGC). Op dit moment hebben ongeveer veertig Nederlandse bedrijven deze code ondertekend. Daarmee committeren zij zich aan een pakket van fiscale standaarden en normen die tegemoet komen aan de maatschappelijke wensen op het vlak van verantwoorde belastingen.
Het gaat onder meer om Philips, Jumbo, Ahold Delhaize, Randstad, Shell, Heineken, Rabobank en KLM.
De Tax Governance Code is al een tijd in de maak. VNO-NCW geeft hiermee gehoor aan de oproep van de toenmalige staatssecretaris Snel (eind 2020) voor fiscale zelfregulering door bedrijven en de belastingsector in de vorm van een code. Dit leidde destijds tot het samenstellen van een essaybundel, waar mijn broer Thom Gunn en ik nog een bijdrage aan leverden, en een seminar. En nu is er dus de code van VNO-NCW.
Wat staat er in de TGC?
Deze TGC van VNO-NCW is beknopt (anderhalf pagina), maar gaat uit van het ‘pas toe of leg uit’-beginsel. Dit betekent dat bedrijven, mochten zij zich niet houden aan de afspraken, systematisch inzichtelijk moeten maken waarom deze niet gehaald worden. Zo wordt het veel makkelijker voor de buitenwacht (denk aan politici) om acties te ondernemen zonder dat er eerst eindeloos onderzoek moet worden gedaan om (achteraf) de tekortkomingen in het belastingsysteem te identificeren. De TGC bestaat uit zes onderdelen (voor invulling hiervan verwijs ik naar de code zelf):
A. Belastingbeleid: belastingstrategie en belastingprincipes
B. Verantwoording en fiscaal bestuur
C. Fiscale naleving
D. Ondernemingsstructuur
E. Relaties met fiscale autoriteiten en andere externe belanghebbenden
F. Fiscale transparantie en rapportage
In de berichtgeving in de niet-fiscale media wordt vooral aandacht besteed aan het afzweren van belastingparadijzen (punt D.1). Dit is inderdaad belangrijk, maar zeker niet het enige opvallende punt.
Staatssteun – stimuleringsmaatregelen
De TGC bevat passages over stimuleringsmaatregelen. Ten eerste beloven de bedrijven om geen gebruik te maken van stimuleringsmaatregelen die niet algemeen beschikbaar zijn:
“De onderneming zal alleen aanspraak maken op fiscale stimuleringsmaatregelen in overeenstemming met de beleidsintentie van dergelijke fiscale stimuleringsmaatregelen en op voorwaarde dat dergelijke stimuleringsmaatregelen algemeen beschikbaar zijn.” (punt C.4)
In de Europese context is het de vraag hoe die laatste opmerking (ik bedoel: algemeenheid) zich verhoudt tot de staatssteunregels. Ik lees dit als een herbevestiging dat bedrijven het risico van onrechtmatige steun onderkennen en er extra alert op zijn. Dit werpt meteen de vraag op naar de omgang met tailor made fiscale noodsteun zoals we zagen in de coronacrisis. Is dit niet langer een optie voor de ondertekenaars van de TGC? Of is noodsteun geen stimuleringsmaatregel in de zin van de code?
Positief is ten twee dat de bedrijven openheid gaan geven over het gebruik van stimuleringsmaatregelen:
“Informatie over financieel materiële fiscale stimuleringsmaatregelen (bijv. een tax holiday), inclusief een overzicht van de vereisten en wanneer deze aflopen.” (punt F.5)
De Europese Commissie, die nog steeds worstelt met het in kaart krijgen van het gebruik van (potentiële) steunmaatregelen binnen de EU, zal hier blij mee zijn. Op dit moment is er geen eis tot het systematisch rapporteren van steunmaatregelen – daar lijkt nu verandering in te komen.
Openheid over lobbyen
Voorts bevat de TGC een punt over transparantie en lobbyactiviteiten:
“De onderneming verstrekt regelmatig informatie aan haar belanghebbenden, waaronder investeerders, beleidsmakers, werknemers, het maatschappelijk middenveld en het grote publiek, over haar belastingbeleid en betaalde belastingen. De onderneming zal daarom de volgende informatie publiceren:
(…)
Een overzicht van de belangenbehartiging die de onderneming hanteert bij belastingkwesties, de manieren waarop de onderneming zich inzet met betrekking tot beleidsontwikkeling en het algemene doel van haar belangenbehartiging.” (punt F.6)
Wat ik mis in dit punt is openheid over het effect van de bovenbedoelde activiteiten. Hoe succesvol zijn de bedrijven bij hun eigen belangenbehartiging? Ik zou me overigens kunnen voorstellen dat een bedrijf niet altijd direct kan zijn hoe succesvol zijn lobby is geweest. Maar ik maak me niet al te veel zorgen hierover: de informatie die onder de TGC valt is voldoende om een gerichte wob-verzoek (Wet openbaarheid van bestuur) in te dienen, mocht dat echt nodig zijn.
Positieve ontwikkeling
Ik kan deze TGC niet anders zien dat als een positieve ontwikkeling in het Nederlandse belastingdebat. De code is het product van een maatschappelijke discussie – soms opbouwend, soms fel – waar velen aan hebben bijgedragen: naast VNO-NCW zijn dit ook bijvoorbeeld ngo’s, de vakbeweging, de kritische media, de wetenschap en fiscalisten.
Als de code wordt nageleefd is niet zozeer sprake van een stap richting als een sprong naar een nieuw hoofdstuk in het belastingdebat. Het hebben van een code met afspraken als de onderhavige is lange tijd één van de belangrijkste eisen geweest vanuit het maatschappelijk middenveld. Met de TGC zijn enkele belangrijke twistpunten beslecht: dit is een succes voor groepen als het Tax Justice Network en ze zouden dit als zodanig moeten claimen. Vervolgens zouden de actoren in de belastingdebat hun traditionele standpunten moeten herijken: wat moet er nu gebeuren om de fiscale hervormingen verder te duwen? Het onafhankelijk monitoren van de TGC, bijvoorbeeld door TJN of FNV, lijkt mij een prima begin.
Verder praten
Enfin, in de Preambule van de TGC schrijft VNO-NCW als volgt: “Het is de bedoeling om de Tax Governance Code regelmatig te actualiseren in lijn met relevante ontwikkelingen.” Dit is een uitnodiging om in gesprek te blijven met elkaar. Deze uitgereikte hand moeten we graag willen aanpakken.
***
Foto door Gonzalo (“frog”) – via Flickr.com – Creative Commons licentie.