Zoals de ouden zongen: fiscale ethiek voor studenten en junioren

Laatst heb ik twee call-eges gegeven aan studenten van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Het ging over fiscale ethiek. Als altijd heb ik er vermoedelijk meer van opgestoken dan de studenten. Ethiek is een onderwerp waar ik wel vaker over spreek en ik heb een soort voorstelling die ik in de loop der tijd steeds aanpas, verfijn en weer aanpas, afhankelijk van nieuwe inzichten en actuele ontwikkelingen. Ethiek is bijna even weerbarstig als de fiscale (advies)praktijk, en stilstand is achteruitgang. Bovendien heb ook ik de waarheid niet in pacht.

Mijn meest recente inzicht heeft betrekking op een wezenlijke kwestie die niet of nauwelijks behandeld wordt in de fiscale literatuur. Dit is de vraag: Wat wordt er nou van de jongste fiscale lichting van (werk)studenten en junioren verwacht op fiscaal ethisch gebied? Mensen zoals ik roepen steeds dat “ethiek enorm belangrijk is” maar hebben vaak geen concrete inzichten voor hoe dit in de praktijk uitwerkt. Dit gaat dan meestal als volgt:

Gunn: “Hi allemaal, ik vind het super leuk om hier te zijn… O wacht, ik sta nu op mute… haha… Goed even een valse start. Mij is gevraagd om wat te vertellen over mijn visie op fiscale ethiek. Welnu, het is een belangrijk thema. Je kunt er niet omheen. Sinds de financiële crisis in 2008 staat ethiek op de agenda. O wacht, jullie zaten toen nog op de basisschool? O, wat word ik oud… haha…”

(Even voor de duidelijkheid: als een docent dit zegt, dan is het ALTIJD bedoeld als een tegen-te-spreken GRAP. Het is de bedoeling dat het publiek dan vol verbazing roept: “Ach welnee, mevrouw Gunn. U bent niet te onderscheiden van een eerstejaars student. Om over uw uiterlijke verschijning te zwijgen.”)

(Gunn, vervolg): “OK, waar was ik? Juist, de fair share. Welnu, fiscalisten (met name adviseurs, de belastingambtenaren zeggen over het algemeen niet zoveel want dat mag niet van de baas) hebben – ondanks het luidruchtig omarmen van fiscale ethiek – veel moeite met de inhoud daarvan. Links lullen, rechts vullen. Fair share wordt over het algemeen verworpen (want: te vaag en te duur) en dus valt men terug op het even vage concept van ‘legalisme’. Sola scriptura, alleen de wet is relevant.

Maar, uhm, goed. Zoals ik al zei, ethiek is super relevant. De NOB doet er iets mee, veel kantoren ook. Als jullie gaan solliciteren komt de vraag naar jullie ethische visies vast en zeker op. Maar ja: wat is dan een ‘fair share’? Stonden Happé en Bender wel op de leeslijst? Niet? Nou, dan bij dezen ruim dertig pagina’s aan optionele leesvoer. Lekker toch? Haha… Nu snappen we allemaal dat het onderscheid legalisme/ethiek eigenlijk nergens op slaat. Legalisme is niets meer dan het product van een ethische keuze om alleen de wet te volgen. Da’s logisch. Hoe dan ook valt aan ethiek niet te ontkomen. Aristoteles, Kant, Bentham…”

Het is even stil. Maar dan: een vraag!

Student: “Mevrouw Gunn, ik heb een baantje als werkstudent bij een groot kantoor. Het is aanpoten, maar ik vind het leuk en in deze tijden van COVID – zeg maar de 2008 van míjn generatie – ben ik al lang blij dat ik een werkstudentschap heb.”

In de nissen op mijn Zoom zie ik tientallen bleke koppies, driftig knikkend in hun slaapkamers met op de achtergrond een wasrek of een huisdier dat incidenteel in beeld komt. Andere mensen zijn er meestal niet. Zouden er huisgenoten zijn? Ik vrees dat deze vroeg-twintigers al weken alleen zijn opgesloten (fiscalisten doen namelijk niet aan illegale coronafeestjes).

Student (vervolg): “Nu moest ik van de partner, die ik eerlijk gezegd intimiderend vind, naar de notaris voor de statuten van een nieuwe B.V., voor een Amerikaanse klant die in Afrika wil investeren. Ik weet niet meer waar. Ze doen hier verder niks en alle bestuursvergaderingen zijn op Schiphol. Aan de hand van een template moest ik de notulen opstellen. Vanuit ethisch perspectief voelde ik me hier niet goed bij. Wat nu?”

Het zwevend hoofdje keek een beetje sip.

Kijk, dit is dus een dilemma voor een docent. Als je net een uur hebt verteld dat ethiek belangrijk is en dat iedereen geacht wordt een ethisch kompas te ontwikkelen voor in het ethische gereedschapskistje, dan moet je gewoon een praktisch antwoord hebben op het #hoedan? probleem. En dan niet lafjes roepen “Hmm… wat denk je zelf?” of “Tsja, het is inderdaad heel ingewikkeld.” Als je jezelf bevoegd acht om voor de klas te gaan staan, dan heb je hier een antwoord op te geven. Sterker, het is ronduit onverantwoord om als docent te impliceren dat de studenten bij de eerste de beste houdstervennootschap hun carrière aan de wilgen moeten hangen. Het is niet fair om hun ‘rugzakjes’ te verzwaren met een belastingrechtelijke handgranaat en instructies om deze om het minste of geringste te detoneren.

Ik haalde diep adem, en sprak toen dus als volgt:

Gunn: “Een goede vraag. De crux hier is natuurlijk het machtsverschil. Jij bent de werkstudent met bijna geen ervaring. De partner loopt misschien al sinds voor jouw geboorte mee. En het is crisistijd, de banen liggen niet voor het oprapen. Ik wil niet dat jullie na dit college ook maar enigszins het gevoel hebben dat je, om een ethisch goede fiscalist te zijn, onder deze omstandigheden je baan moet opzeggen. Het kan natuurlijk wel, maar het hoeft niet. Wanneer ik zeg dat “jullie generatie de toekomst van fiscale ethiek zal bepalen”, bedoel ik dit in algemene zin. Er is vooral veel intellectueel werk nodig en politiek debat. Artikelen in het Weekblad en het FD, proefschriften… Ik hoop jullie aan te sporen tot reflectie over eerlijke belastingen en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Maar het is niet de bedoeling dat jullie depressief deze sessie uitgaan, laat staan jullie verplichten tot een überdeugdzaam bestaan zonder bonus of wettenbundel van de zaak.”

Wat dan wel?

Dit wil natuurlijk niet zeggen dat je als student of junior helemaal niets kunt doen met je eigen ethische onderbuik. Ik kan jullie de volgende tips meegeven (voor meer tips voor starters, zie hier):

  • Zorg dat je de structuur snapt
    De eerste tip is om goed te doorgronden waar de structuur om draait. Klinkt als een open deur, gebeurt niet altijd. Hoe werkt de structuur vanuit vaktechnisch optiek? Wat is het doel van de structuur? Hoe past de structuur binnen de bredere structuur van de klant? Over welke bedragen hebben we het? Wat gebeurt er zonder de structuur? Dubbele belasting of juist geen belasting? Iets anders?
  • Bespreek de situatie met collega’s
    Tip twee: bespreek de situatie met anderen. Dat kunnen zijn directe collega’s of anderen binnen het kantoor (in het laatste geval anonimiseer je de structuur natuurlijk goed). Is deze structuur vreemd? Of juist heel gebruikelijk? Hoe zien anderen de integriteitsvraag?
  • Vertrouwenspersoon, coach, ander team?
    Stel dat je de structuur moreel verwerpelijk blijft vinden, maak het dan – hier is de derde tip – bespreekbaar. Stel dat dit binnen het eigen team niet kan zoek dan een vertrouwenspersoon om mee te praten. Ik snap dat dat laatste ingewikkeld kan zijn. Maar eigenlijk zou de partner jouw input moeten waarderen. Zo niet, dan is overplaatsing naar een ander team of een andere klant misschien een optie.
  • Wees mild en zorg dat je je bezwaren kunt uitleggen
    Tip vier: stel dat besluit om de boel te escaleren. Hoe ga je dat aanpakken? Met een wijzend vingertje? Of kies je voor een meer afgewogen toon? Zeg niet: “jullie zijn moreel fout,” maar: “ik voel me er niet prettig bij.” De kans dat je dan vragen krijgt (“waarom dat?”) is namelijk in beide gevallen groot. Linksom of rechtsom krijg je de kans om jouw mening te geven, dus zorg dat je je zorgen/vragen op een rij hebt. Overigens is het niet gegeven hoe de partner zal reageren. Misschien is hij/zij juist ontvankelijk voor de nieuwste ethische inzichten. Ethiek is ten slotte tijdsgebonden, en als newbies iets problematisch vinden dan is dat een teken dat het anno 2021 toch een ‘ding’ is waarnaar gekeken zou moeten worden. Zie ook tip drie.
  • Weggaan kan altijd nog
    Dan tip vijf. Indien je je op fundamenteel niveau vindt dat een kantoor onethisch is dan is dat een prima reden om verder te kijken. De meest verstandige zet is waarschijnlijk om eerst een baan te vinden en dan op te zeggen, maar met een grandioos gebaar wegstormen heeft zijn charmes. Let op: als je gaat solliciteren dan is het geen goed idee om leeg te lopen over hoe verschrikkelijk jouw huidige werkgever wel niet is. Immers, A) een sollicitatiegesprek is geen therapiesessie, B) de fiscale wereld is klein, en C) de beoogde nieuwe werkgever denkt misschien: “Wij zitten niet te wachten op een niet-loyale roddelaar”. Wat je dus beter kunt doen is om op een positieve manier door te vragen over de ethische profilering van het nieuwe kantoor.
  • Word geen klokkenluider als je minder dan vijf jaar werkervaring hebt
    Een klokkenluider is een insider die – veelal op ethische gronden – (beweerdelijke) misstanden over een bedrijf naar buiten brengt. Een bekend voorbeeld van klokkenluiden is de LuxLeaks-affaire (een medewerker van PwC Luxemburg bracht toen een heleboel rulings naar buiten; die vormden voor de Europese Commissie een belangrijke impuls om misbruik aan te pakken). Klokkenluiders genieten in bepaalde gevallen wettelijke bescherming; het is ook mogelijk om anoniem informatie naar buiten te brengen. Klokkenluiden heeft iets heldhaftigs. Toch ben ik er geen voorstander van, althans niet op beginnersniveau. Er is een niet denkbeeldig gevaar dat junioren – aangemoedigd door ngo’s en media – informatie lekken, zonder de gevolgen (voor zichzelf en anderen) te overzien. Tot zover tip zes.
  • Doe geen illegale dingen
    Tot slot tip zeven. Indien je twijfelt over de legaliteit van de structuur, dan is dat wel een harde red flag. Het antedateren van stukken of het achterhouden van relevante informatie zijn lijnen waar je niet overheen moet. Maar dit spreekt toch voor zich?

Tot slot

Ik weet dat de bovenstaande tips niet volledig of waterdicht zijn. Het is hoogstens een begin. De vraag wat fiscale ethiek concreet betekent voor de jongste lichting moet echter wel beantwoord worden. Het is niet eerlijk om kleine fiscalistjes op te leiden met de boodschap dat ethiek “belangrijk” is, zonder ze tevens aanknopingspunten te geven voor wat dit in de praktijk voor hen betekent.

Zoals de ouden zongen, zo piepen de jongen. Het is een bekend spreekwoord. In het geval van de fiscale ethiek is het tijd voor een update van het muzikale repertoire. De jonkies kijken naar ons – ik richt mij nu tot de oudere garde – voor leiderschap. Wie pakt de handschoen op?

***

Foto door Cowgirl Jules via Flickr.com onder Creative Commons licentie.

About Anna Gunn

Fiscaliste met de specialisaties EU-belastingrecht en fiscale exotica. Geruime praktijkervaring met fiscale staatssteun.

3 thoughts on “Zoals de ouden zongen: fiscale ethiek voor studenten en junioren

  1. Wederom een lezenswaardige en mooi geschreven column van je inzake fiscale ethiek. Ik heb deze weer met genoegen gelezen. Op één punt is, denk ik, een nuance op zijn plaats. Sola scriptura is naar mijn mening niet op één lijn te stellen met legisme. Het sola scriptura van het protestantisme is een (bijbels-)humanistische reactie (ad fontes!) op de katholieke ‘tweespan’ schrift én traditie. Volgens het protestantisme mag de interpretatie van de schrift door de katholieke kerk (bijv. opvattingen van kerkelijke concilies) niet heersen over het geschreven woord. De traditie is volgens het protestantisme overigens wel van belang, maar heeft niet het laatste woord. Dat volgens de sola scriptura de schrift het laatste woord heeft, neemt niet weg dat met name binnen het calvinisme (Calvijn was overigens jurist) de regel ‘schrift met schrift vergelijken’ een belangrijke plaats innam en nog steeds inneemt. Op grond van die (ongeschreven) regel mag een bepaalde tekst niet geabstraheerd worden van de context en het grotere geheel – de gehele schrift. Het in acht nemen van die regel moest letterknechterij juist voorkomen.

  2. Gesprekken met collega’s zijn erg aan te bevelen maar kies dan wel de juiste collega’s uit en schets het probleem duidelijk en volledig. Wat ik ook nuttig vind is het volgende: vergelijk datgene wat je moet doen met de tax code of ethische code van het kantoor zelf of van de klant. Die codes zijn gewoon te vinden op de website denk ik. Zeg bij voorbeeld op nonchalante en/of bescheiden wijze: past deze manier van adviseren wel binnen onze tax code of CSR code?
    Verder denk ik dat ethische vragen in veel gevallen neerkomen op gezond, bonafide zakendoen en goede kwaliteit van dienstverlening. (Al was het alleen maar op grond van fraus legis.) Je kunt een ethische vraag vrij goed omzetten in een vaktechnische vraag en dat begrijpt iedere fiscalist weer wel! Een inkoopkantoor op Mauritius zonder substance kan nog wel onder BEPS/ATAD/etc?
    Het met slaande deuren weggaan kan mooi zijn maar leidt tot veel ongemak en kan men beter niet doen, tenzij men heel rijke ouders heeft die tevens hun vermogen graag met je delen. We hebben vroeger allemaal wel eens de droom gehad urinerend op het bureau van de bevelvoerende partner ‘I quit ‘ te roepen , maar in de praktijk des levens dient men zich in het algemeen toch te beperken. (Deze droom heb ik overigens van een oud fiscaal collega (uit Zweden) die inmiddels terug is in Zweden en de juwelierszaak van zijn ouders heeft overgenomen. Iets waar hij zich altijd hevig tegen verzet had. )

  3. Dank, goede punten. Zo’n Tax Code als zodanig is geen garantie dat iedereen in het bedrijf ethisch handelt (en in aardig wat gevallen is de code sowieso hoofdzakelijk voor de buhne). Maar ze is een prima toetsingskader en zwaard voor in het gevecht.

    Op Twitter kreeg ik de vraag of de code alleen niet al genoeg is om het #hoedan? probleem op te lossen. Dan zouden we van anderen (accountants) kunnen leren en niet “het wiel opnieuw uitvinden”. Ik ben het hier niet mee eens. Het bestaan van een code – los van wat daar dan in staat – is geen leidraad voor wat een fiscale jonkie in de praktijk kan/moet doen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *