Op 22 december 2020 verscheen in het Financieele Dagblad een stuk getiteld “De man die Unilever en Shell de stuipen op het lijf jaagt”. Het ging uiteraard over GroenLinks-Kamerlid Bart Snels, die in belastingland tevens bekend staat als “grootvervuiler van het vestigingsklimaat” of die “verschrikkelijke vent met veels te veel invloed”.
In de papieren editie beslaat het stuk twee pagina’s, met een gigantische foto van Snels. Charmant, schuin op een stoel. En met opvallend chique sokken. Dat het FD aandacht besteedt aan deze volksvertegenwoordiger, is meer dan terecht. Waar het gaat om de internationale Vpb, bepaalt hij al zeker een jaar het nationale debat. De vergelijking met Renske Leijten of Pieter Omtzigt is snel gemaakt.
Maar waar Omtzigt en Leijten (inmiddels) de heldenstatus hebben, heeft Snels – binnen de belastingsector – vooral vijanden gemaakt. Eerst met het voorstel voor het beperken van de liquidatieverliesregeling (‘Shell-wet’) en vervolgens met de eindafrekening in de dividendbelasting (‘Unilever-taks’). Het eerste treedt per 1 januari 2021 in werking. Het tweede hangt – ondanks maandenlange kritiek – als een halsstarrige piñata boven de markt. En ik heb begrepen dat er een derde voorstel in de pijplijn zit…
Veel fiscalisten hebben een hekel aan Bart Snels. Zonder overdrijven. Volwassenen behoren de bal te spelen en niet de man, maar in zijn geval grenst de afkeur aan het persoonlijke. Deze volksvertegenwoordiger heeft namelijk succes. Hij laat zich niet wegzetten als een marxistische wappie. Dit betekent natuurlijk niet dat zijn plannen per definitie wenselijk of juridisch haalbaar zijn. Maar het staat Kamerlid Snels hoe dan ook vrij om ze te smeden. Sterker, hij is verplicht om dit te doen. Het vertegenwoordigen van de kiezers (die het tegengaan van ‘belastingontwijking’ belangrijk vinden) is z’n werk.
Links vs. rechts
Juist het feit dat Snels lak heeft aan kritiek vanuit de belastingsector maakt hem gevaarlijk (vindt de belastingsector zelf). Vroeger ging links vooral over de ‘softe’ belastingthema’s als ethiek en solidariteit. Rechts wist daarentegen alles over de ‘harde’ onderwerpen (vaktechniek en praktijkkennis) en had daarmee de overhand bij de concrete vormgeving van wetgeving en beleid. Deze tweedeling was al aan het verschuiven, maar de Shell-wet vormt een kantelpunt. Dit tot de grote schrik van de oude garde. Zelfs de wetenschappers die het Kamerlid een handje hielpen, kregen te maken met hysterische aanvallen van furieuze vakbroeders. Het zijn bizarre tijden.
Ik kan alleen maar concluderen dat Snels een zere plek heeft geraakt. Terzijde, in linkse kringen is de toorn van de belastingadviseurs juist een pluspunt. Wie de NOB zo op de kast weet te jagen moet wel aan de goede kant van de geschiedenis staan. Zelfs als de Unilever-taks sneuvelt, is Snels voor de achterban een held, gewoon omdat hij de strijd aanbond met Goliath.
“Praat met me!”
GroenLinks heeft de ambitie om te regeren. “Met de VVD heb je een ander gesprek dan vijf jaar geleden,” aldus Snels. Zien we hem dan binnenkort terug als Staatssecretaris of Minister? De lobbyisten, hoogleraren belastingrecht en captains of industry staan dan ongetwijfeld in de rij (ergens achter de Toeslagenouders en de Green New Deal). Maar zover zijn we nog niet, zoveel blijkt uit de volgende passage in het FD:
“Uiteindelijk is zijn strijd voor andere belastingen zeker niet alleen maar leuk, zegt Snels. ‘Het kost veel tijd, is razend ingewikkeld en vaak best eenzaam. Je staat in je eentje tegenover de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs, de werkgeverslobby van VNO-NCW en het grote bedrijfsleven. Daar moet ik vaak om zuchten, want het zijn zulke onzichtbare krachten. Praat met me!’
Ik kon dat laatste hartekreetje slecht plaatsen. Volgens mij is er vanuit de fiscale sector namelijk breed gecommuniceerd over de heersende sentimenten; de argumenten en bezwaren tegen de hervormingen zijn steeds luidkeels gedeeld. Ik ken bovendien meerdere vakbroeders die graag op audiëntie zouden gaan om eens haarfijn uit te leggen wat Bart Snels allemaal “niet snapt” en waarom het voorstel “CA-TA-STRO-FAAL!!!” is voor de Nederlandse economie. En nee, niet alle vakbroeders zitten er zo in. Maar sommigen willen wel degelijk deze gepromoveerde econoom staathuishoudkundig ‘mansplainen‘. En voor de duidelijkheid: ‘mansplainen’ is dus niet hetzelfde als een constructief gesprek, in tegendeel.
Met wie dan wel?
Dan de grote vraag: met wie wil Bart Snels dan wel praten? Het blijft gissen, maar als ik een kopstuk was van de fiscale oppositie, met anderhalve medewerker en een overvolle agenda, dan zou ik mijn kostbare tijd steken in kundige experts, die mogelijk sceptisch staan tegenover nivellering en fair share, maar die evengoed met constructieve input komen. Het fiscale verhaal op hoofdlijnen zal over het algemeen al bekend zijn. Zo ben ik, als fiscaal kopstuk, natuurlijk goed op de hoogte van de uitdagingen in abstracto van globalisering, digitalisering en het vestigingsklimaat.
Misschien dat ik daarom iets minder tijd heb voor generieke vergezichten. Voor echt originele gedachten staat de deur uiteraard wagenwijd open. Mensen die mij op technisch detailniveau kunnen bijstaan, zou ik van harte welkom heten: toon mij de krochten van de dividendbelasting en leid me door het oerwoud van arresten. Ik zou zeggen: “Alle lobbyisten zijn welkom, mits ze beloven om al mijn vragen naar eer en geweten te beantwoorden. Wijs maar op de mazen in de wet en de lijken in de kast! Onder die voorwaarden ben ik bereid om met open vizier naar uw betoog te luisteren.”
Afbeelding: Verlichte denkers in de salon van Mme Geoffrin in 1755. Diversity was toen nog niet zo’n ding.