Op 8 juni 2018 (dat is alweer een tijdje geleden, maar de foto’s zijn er pas net) zat ik in een panel over het recente fiscale debat (rulings, dividendbelasting, ethiek, e.d.) op een symposium georganiseerd door ULC studievereniging Sirius in Utrecht.
Deze studievereniging is voor alle (goede) Utrechtse rechtenstudenten – civilisten, ondernemingsrecht, financieel recht, etc. Volbloed fiscalisten zijn schaars (de Universiteit Utrecht heeft geen specifieke fiscale opleiding al worden elders in het curriculum wel wat belastingvakken aangeboden).
Panel
De panel bestond uit vijf specialisten: Maarten de Wilde (wetenschap), Stephen Brunner (Deloitte), Toine Manders (Libertarische Partij), Paul Tang (PvdA) en ondergetekende (namens Artikel104.nl).* Op basis van stellingen werd anderhalf uur vrij fel van gedachten gewisseld, primair tussen de panel en de zaal. De line-up was voorts opvallend omdat zowel het bedrijfsleven als de ngo’s niet vertegenwoordigd waren. In een debat georganiseerd door fiscalisten is zoiets echt ondenkbaar. Zegt dit iets over de maatschappelijke perceptie van de fiscale stakeholders? Vond men dat je ook best in wisselende samenstelling over belastingen kunt praten? En dus niet standaard iemand van AmCham en SOMO nodig hebt? Misschien waren de krukken gewoon op.
Het debat was interessant – geen vanzelfsprekendheid. Hoewel organisatoren (in algemene zin) het graag anders zien, is het zeldzaam dat dit soort panels ook écht vuurwerk opleveren. Meestal is slechts sprake van een obligaat over-en-weer’tje van excessief genuanceerde standpunten die het publiek al lang kent. Als het gaat om technische thema’s, waar je als toehoorder wat langer over moet nadenken, is het panelformat sowieso ongeschikt. Voor een discussie over ethiek kan een panel daarentegen wel goed werken, maar alleen als iedereen redelijke vrijuit spreekt. Dit laatste is niet vanzelfsprekend: zelf maak ik me geregeld zorgen over wat de collega’s straks op de borrel zullen zeggen of later, op het VTO. Ik zou niet de eerste zijn die in fiscaal-sociale quarantaine terecht kwam als gevolg van “nestbevuiling”.
Controverse
Écht controversiële dingen zult u van mij niet horen, althans niet in net fiscaal gezelschap. Ten overstaan van een zaal niets vermoedende jong volwassenen, ligt het anders. Die zullen je na afloop niet stenigen met bitterballen en gefrituurde garnalen. Onder de mom van “knetteren” en “een goede show voor de jeugd”, heb ik – zo meen ik me te herinneren – thema’s aangesneden die ik normaal echt zou laten liggen: “er zijn wel degelijk grote problemen met het ethisch besef van de fiscale sector”, “democratische legitimiteit van belastingen is belangrijker dan het vestigingsklimaat”, “het is meer dan terecht dat de Europese Commissie fiscale staatssteun aanpakt”, “het onderzoek van ngo’s is waardevol en vaak van hoge kwaliteit”, “brievenbussen zijn bijna altijd problematisch”, “het begrip ‘doorstroomland’ is een eufemisme voor ‘belastingparadijs'”. Vanuit mijn ooghoek zag ik hoe Paul Tang aantekeningen maakte.
Vrijuit spreken is leuk!
Achteraf dacht ik: Heb ik me teveel als surrogaat-ngo gedragen? Een blonde Francis Weyzig (de woordvoerder van Oxfam) naar dan met gympen en stellingen als: “alle rulings van multinationals moeten subiet en integraal gepubliceerd worden ook al schendt dit de privacy”. Dat gaat natuurlijk veels te ver, maar goed, voor vuurwerk is er buskuit nodig. En waar gehakt wordt vallen spaanders. Overigens was de zaal vrijwel continu over vrijwel alles verdeeld – er is dus nog genoeg te bediscussiëren.
Ik heb me prima vermaakt.
***
* Omwille van de ruimte heb ik van elke spreker alleen de belangrijkste pet opgenomen.