Het schijnt dat als je de Postcodeloterij wint, je gratis maar verplicht iemand krijgt toegewezen die je de fijne kneepjes van het rijk zijn uitlegt. Geef niet alles in één keer uit, pas op voor Nigeriaanse prinsen, en vergeet niet de aangifte schenkbelasting, mocht je een deel van de buit willen weggeven. Het is toch wat sneu als de ‘gelukkige’ na een reeks verkeerde beleggingen met een cocaïneverslaving bij de Voedselbank belandt. Krijgen wat je hartje begeert is niet zonder risico’s.
Wat geldt voor loterijwinnaars werd onlangs relevant voor ngo’s en andere critici van de belastingen van multinationals. Ik doel op het Tax Contribution Report 2018 dat Shell in december 2019 publiceerde. Het rapport bevat een country by country-belastingrapportage van Shell, in een mooi vormgegeven document van 70 pagina’s. Op groepsniveau en voor bijna honderd landen zijn de fiscale kengetallen gepubliceerd, o.a. de betaalde belasting, de commerciële resp. fiscale winst, de lokale tarieven, het aantal medewerkers en een korte toelichting op het geheel. Al met al is het knap werk waar duidelijk veel tijd in zit.
Tax Contribution Report: Bewegelijk geschoren worden
Het rapport heeft iets stoers. Shell ligt al jaren onder vuur en dat niet alleen vanwege de belastingen (saillant punt: Wikipedia bevat zelfs een speciale lemma voor ‘Shell gerelateerde controverses’). Het is niet al te lang geleden dat het bedrijf vanuit de Tweede Kamer werd ontboden naar aanleiding van o.m. een ruling over de Nederlandse dividendbelasting. De sfeer was zonder overdrijven grimmig. Vaak zie je dat bedrijven in een dergelijke situatie kiezen voor de ‘wie geschoren wordt moet stil zitten’ tactiek. Wie de kwestie een beetje volgt weet echter dat Shell deze weg niet heeft bewandeld, althans niet helemaal. Shell heeft immers van alles gecommuniceerd, behalve dan – zo zou je kunnen zeggen – het springende punt (de aangifte Vpb). Maar dat neemt niet weg dat er al voor het Tax Contribution Report wel de nodige persberichten verschenen, en dat er, na enig duw en trekwerk, een bijdrage is geleverd aan een hoorzitting bij de Tweede Kamer. De strekking was steeds dat Shell best wilde meedenken, maar alleen als andere bedrijven dat ook deden. Shell wilde geen zondebok zijn. Dat lijkt me niet onredelijk. Verder houdt het bedrijf zich – zo is ons verzekerd en regelgeving en wordt er open kaart gespeeld naar de Belastingdienst toe. Ik heb geen reden om hieraan te twijfelen. Shell is daarnaast een prominent lid van het zogeheten B Team, waar (samen met o.a. Unilever) een imposant raamwerk is opgetrokken voor de (fiscale) corporate social responsibility.
Eerst zien, dan geloven
Zo van de buitenkant ziet het er dus goed uit. De vraag is echter of de mooie woorden hun weerslag vinden in de dagelijkse praktijk. Een gigantische club als Shell kunnen we niet domweg op de blauwe ogen vertrouwen. Dat is niet persoonlijk bedoeld. Je voelt aan je wateren aan dat burgers, ngo’s, media en sommige politici momenteel het adagium hanteren: eerst zien, dan geloven. De vraag om meer openheid is al jaren één van de speerpunten op de progressieve agenda. Omdat bedrijven vaak geheimzinnig doen over hun fiscale positie, kunnen critici transparantie als een zelfstandige eis inbrengen in de politiek-maatschappelijke discussie. Zelfs zonder kennis over de daadwerkelijke situatie is de transparantie-eis houdbaar: “Nee, we weten niet of […] NV te weinig betaalt, en laat dat nou het probleem zijn. […] NV maakt zich misschien schuldig aan belastingontwijking.” En zo’n aantijging beklijft. Gebrek aan transparantie maakt bedrijven in deze zin dus kwetsbaar. Dit nog los van de moeilijkheden die het veroorzaakt voor kritische onderzoekers en – in het verlengde daarvan – de kwaliteit van hun onderzoeken. Voor het publieke debat is de tijdige beschikbaarheid van accurate informatie cruciaal.
Mond uitspoelen (?!)
Het gaat zonder zeggen: één verlichte beursfonds maakt nog geen zomer. Het is geen vanzelfsprekendheid dat het goede voorbeeld van Shell gevolgd wordt. Hoe valt de nieuwe, transparante rapportering valt bij de aandeelhouders? Ik heb het gevoel dat Shell hier toch een risico neemt. In de dagen na het verschijnen van het rapport werd het bedrijf overigens wel van alle kanten geprezen. Zelfs critici – zo wist het FD ons te melden – waren opgetogen over de indrukwekkende openheid. Bij BNR klonk de nodige Schadenfreude van een interviewer die vond dat critici op Shell ‘hun mond moesten spoelen’, immers – zo luidde de kop op internet – ‘Shell ontwijkt veel minder belasting dan gedacht’.* Op mijn Linkedin-feed, die hoofdzakelijk bestaat uit belastingadviseurs en bedrijfsfiscalisten, was het eveneens feest: Shell was open geweest – dat was zo’n beetje het teneur – en er was helemaal NIETS aan de hand!! De ngo’s moesten zich maar schamen. Hahaha!!
Een goede – maar ook noodzakelijke – stap
Ik kan mij bijzonder slecht vinden in de hahaha-kritiek. Prima dat je ngo’s stom vindt, maar dat zegt meer over jou dan over de maatschappelijke organisaties die al jaren, vaak met beperkte middelen, opkomen voor de belangen van zwakkeren. ‘Tuurlijk, het Tax Contribution Report is goed, maar vergeet niet dat het niet uit de lucht komt vallen. Het is in lijn met de internationale ontwikkelingen (waar ngo’s echt voor hebben moeten knokken) en doet recht aan de legitieme vraag van het publiek naar meer inzicht. Ik kan het rapport van Shell dus waarderen, maar om nou op de blote knietjes ‘halleluja’ te roepen… nee. Shell is één van de machtigste bedrijven ter wereld. Verregaande openheid zou daar gewoon de norm moeten zijn. De individuele medewerkers, die zich intern hard hebben gemaakt voor het rapport, verdienen overigens wel een compliment. Dus bij deze!
Materiële kwesties
Het zal enige tijd duren eer critici de gegevens uit het Shell-rapport helemaal hebben doorgeakkerd. Over Nederland valt alvast het volgende te lezen:
Our tax profile in the Netherlands
(…) Our businesses in the Netherlands employ almost 10,000 people on a permanent basis (including NAM). In 2018, we generated more than €3 billion in turnover for more than 2,500 companies in the Netherlands through the goods and services we bought from them. We collected and paid the Dutch government around €4.5 billion of tax from our customers, employees and shareholders. We also paid €0.5 billion in corporate income tax and royalties through our 50% interest in NAM.
We did not pay any other corporate income tax in the Netherlands in 2018. This was because there was no remaining profit to tax after the deduction of business costs and the offset of losses from previous years. Prior-year losses include losses on operations, foreign exchange movements, interest charges on loans that fund investments, and write-offs for failed investments (liquidation losses). In 2018, no liquidation losses were claimed. As Shell is a large international group of companies, the tax deductible costs associated with our headquarters can be relatively high compared with the operational profits generated in the Netherlands.
Twee zaken vallen mij op.
EUR 0,5 miljard belasting van de NAM
Aangaande haar belastingpositie in Nederland, geeft Shell aan dat zij een half miljard euro aan ‘corporate tax and royalties’ betaalt via de deelname aan de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM). Het gaat dan om EUR 0,5 miljard, een fors bedrag! Dit lijkt haaks te staan op de bewerking in de kranten dan Shell helemaal niets betaalt. Hoe zit dit?
Dit gaat niet alleen om liquidatieverliezen
Voor het overige betaalt Shell geen Nederlandse winstbelasting als gevolg van voorwaarts verrekenbare verliezen. Dit is ongetwijfeld conform de relevante wet- en regelgeving. Toch kun je verschillend denken over de wenselijkheid van de uitkomst (zie de opmerkingen van Jan Vleggeert in het FD en de ingezonden brief (met kritiek op Vleggeert) van Schipper enkele dagen later). Ondanks substantiële activiteiten in Nederland, is ons deel van de fiscale taart nihil. En dat wringt. Maar is het ook reden om de wet aan te passen? Ik vind het geen gekke gedachte dat er tenminste iets van een beloning moet zijn voor het gebruik van publieke faciliteiten. Prima facie pleit dit – althans, zo zou gedacht kunnen worden – voor een aftrekverbod voor (bepaalde) hoofdkantoorkosten bij Shell. Maar laat duidelijk zijn: dit is geen eenvoudige kwestie is. De kans is immers groot dat Shell een deel van de kosten al heeft doorbelast aan andere, relevante landen. De kosten die in Nederland tot uitdrukking komen horen hier in beginsel dus thuis. Uiteindelijk is dit een politiek vraagstuk.
Debat met open vizier
Zelfs een oppervlakkige beschouwing van de Nederlandse gegevens van Shell roept wezenlijke vragen op. Hoe zit het met de bijdrage van de NAM? Moet deze zij worden meegerekend bij het bepalen van de fiscale bijdrage van Shell aan Nederland? Wat vinden we van de doorbelasting van kosten binnen de Shell groep? En wat vinden we van de omgang met Nederlandse hoofdkantoorkosten meer in het algemeen? Is het tijd voor additionele maatregelen? Zo ja, welke? Of is het wel goed zo? Nog los van de vraag naar belastingparadijzen of rulings geeft de Tax Contribution Report aanknopingspunten voor nader onderzoek en debat. Dat is prima want daar is het stuk ook voor bedoeld. Met het rapport laat Shell zien dat zij bereid is om het fiscaal maatschappelijk debat met open vizier te voeren. Dit is een aanbod te goeder trouw, waar ngo’s en critici gretig gebruik van zouden moeten maken. De kers op de taart zou dan zijn dat Shell de onvermijdelijke vervolgvragen vanuit die hoek (en vanuit de media) met evenveel openheid beantwoordt. Dit vergt een vertrouwen dat niet van de één op de andere dag gekweekt kan worden. Het Tax Contribution Report is een behoorlijke stap in de goede richting.
We komen er wel.
* Het is een dubieus compliment… ‘Hij stinkt minder dan we dachten (maar hij stinkt evengoed).’
Op 28 en 29 december 2019 heeft een onjuiste versie van dit stuk online gestaan als gevolg van een technisch foutje.
***
Foto door Priya Saihgal via Flickr.com onder Creative Commons licentie.