Het Amsterdam Centre for Tax Law (ACTL) van de UvA was de afgelopen weken negatief in het nieuws. Dit keer vanwege een sponsordeal met Netflix ter waarde van een half miljoen euro, met onduidelijke beloften aan deze techgigant over toegang tot (en misschien zelfs invloed op) de activiteiten van de fiscale wetenschappers. Follow The Money heeft stukken geWOO’d, Pieter Omtzigt stelde Tweede Kamervragen en Jan van de Streek maakt op LinkedIn de memorabele analyse: “DIT MOET STOPPEN!!” Kortom, het drama is compleet.
Hierna wil ik enkele kritische observaties maken over de Amsterdamse Netflix-deal. Maar eerst een positieve kanttekening. Sinds de oprichting van ACTL in 2010, heb ik – net als veel vakgenoten – geprofiteerd van het werk van ACTL, met name als gast bij de vele publieke seminars en conferenties die het centrum in de loop der jaren organiseerde. Een groot deel van mijn kennis over het EU belastingrecht komt uit Amsterdam, evenals veel van mijn professionele netwerk. Ik kan niet met een schoon geweten toekijken hoe de ACTL’ers nu stapsgewijs gecancelled worden, in de media en de Tweede Kamer. Ik ga die kwalijke Netflix-deal echt niet verdedigen, maar ACTL is en blijft waardevol voor de Nederlandse belastingwetenschap. Hiervan dus akte.
Kennis is macht
Dan het onderhavige onderzoeksproject, Designing the tax system for a cashless, platform-based and technology -driven society (het CPT-project). Oprecht een top initiatief. De belastingheffing van digitale activiteiten is één van de meest urgente kwesties van dit moment. Van streaming tot shopping tot platforms, crypto, digitale meetings, AI, de Metaverse… maar hoe belasten we deze brave new world? Met of zonder wetenschappelijk onderzoek zullen beleidsmakers en politici deze vraag moeten beantwoorden. De contra-democratische invloed van het fiscale lobbycircuit – dat in de digitale context volop draaiend is – was al een punt van zorg, maar als de enige beschikbare analyses komen van bedrijven en goed betaalde fiscale advies- en opiniekantoren** kunnen we een afgewogen behandeling van de materie vergeten. Dit zal leiden tot slechte wet- en regelgeving, die problematisch is in de uitvoering, nieuwe ontgaansmogelijkheden biedt, en ook in ethisch opzicht tekortschiet.
Wetenschap aan zet
Digitale activiteiten zijn voorlopig terra incognita. Het is aan de wetenschap om de (digitale) wereld in kaart te brengen. Dit laatste is niet altijd makkelijk. Want hoe kom je aan de juiste informatie en data? Standpunten van kennisgroepen of room documents van de Europese Commissie kun je opvragen/afdwingen; bij de (wenselijke) fiscale positie van een organisatie als Netflix kan dat niet. Samenwerken met bedrijven om informatie te krijgen is dan een oplossing… maar wel een riskante. Het doet mij denken aan de samenwerking tussen wetenschappers en Big Pharma. Ook daar leidt de combinatie van ‘toegang tot unieke data’, dubbele petten en héél véél geld, tot problemen. En zie goed, dit gaat verder dan “het kan toch niet zo zijn… want het heeft de schijn dat…” Inmenging leidt daadwerkelijk tot onwenselijke uitkomsten (hier, hier).
Tot slot: hoe dan wel?
Enfin, dit alles laat zich niet 1-2-3 oplossen. De relatie tussen de wetenschap en het bedrijfsleven is lastig, maar enkel roepen dat “dubbele petten slecht zijn” en “bedrijven never-nooit betrokkenheid mogen hebben bij onderzoek”, is de kop in het zand steken. Voor betekenisvolle fiscale wetenschap heeft samenwerking buiten de Ivoren Toren meerwaarde – van bedrijven tot Oxfam tot de Belastingdienst. Het gaat om de voorwaarden en de borging van gemaakte afspraken. Transparantie, duidelijkheid, externe monitoring, proportionaliteit (betrokkenheid externen beperken tot hetgeen de universiteit niet zelf al kan) en haarfijn vastleggen wat de drijfveer van een commerciele sponsor eigenlijk is. Ik wil de goede bedoelingen van Netflix namelijk best geloven, maar niet zomaar, op de blauwe ogen.
** Plus wat algemeenheden van het Tax Justice Network.
Foto: Shaun Fisher, via Flickr.com onder Creative Commons licentie.