Eerder deze week schreef ik over de fiscale code van VNO-NCW (Tax Governance Code; TGC). Deze code krijgt momenteel minder steun dan het verdient. Van de 2,3 miljoen bedrijven in Nederland hebben er slechts rond de 40 de code onderschreven. Weliswaar zijn dit bekende bedrijven (80% van de AEX heb ik me laten vertellen) maar toch. Dit kan beter!
Vooropgesteld, ik weet: de in (2022 gelanceerde) TGC is een work in progress waar met enorme inzet en enthousiasme aan gewerkt wordt. VNO-NCW hoopt dan ook dat een veel bredere groep bedrijven mee gaat doen. Zowel binnen de Midkap en de grote ondernemingen als het MKB is er ruimte voor groei. Deze groep bestaat niet uit alleen uit ‘kleine’ bedrijven. Soms gaat het om bedrijven met honderden werknemers en tientallen miljoenen winst. Dit zijn met andere woorden forse organisaties. Waarom is het dan toch zo dat de TGC onder deze groep niet veel breder wordt ingezet?
Hieronder enkele gedachten.
- Onbekend maakt onbemind
Allereerst, buiten de kring van de bekende fiscale stakeholders (naast bedrijven zijn dat o.a. de Belastingdienst, politici, wetenschappers en NGO’s) is de code veel minder populair dan verwacht zou kunnen worden. De bekendheid is laag en voor zover men van de code gehoord heeft, leeft het beeld dat deze alleen bedoeld is voor AEX genoteerde multinationals. Op zich is dit geen gekke gedachte. De (engelstalige) naam van de code draagt bij aan deze beeldvorming.
- Onduidelijke meerwaarde
In de communicatie rondom de TGC wordt het initiatief vaak neergezet als ‘iets waar je als bedrijf niet meer omheen kunt’ omdat ‘de tijden veranderd zijn en de maatschappij van bedrijven verwacht dat ze aan de slag gaan met maatschappelijk verantwoord fiscaal gedraag’. Vanuit het perspectief van de ‘grote jongens’ is dit inderdaad het geval. Maar hoe zit het met de laag daaronder? Het voorkomen van fiscale reputatieschade is voor de overgrote meerderheid van het Nederlands bedrijfsleven geen drijfveer. Terecht of onterecht zien ondernemers dat (a) het bijzonder onwaarschijnlijk is dat de media of NGOs interesse hebben voor hun aangiften en rulings, en (b) ditzelfde geldt voor het gros van de klanten. Vaak is sprake van business to business activiteiten hetgeen meebrengt dat druk vanuit de publieke opinie simpelweg niet speelt. Waarom zou je dan willen investeren in een TGC?
- Kost geld
Dit laatste wordt overigens versterkt door het feit dat het instellen van een TGC ook nadelen heeft. In de eerste plaats de kosten. De code zelf is gratis en VNO-NCW kan gratis ondersteuning bieden bij het uitrollen ervan bij een specifiek bedrijf. Evengoed kost het tijd (en als er een externe adviseur bij betrokken is) ook gewoon geld om de TGC te verwezenlijken. Wat is dan de business case voor een TGC? Wat zijn de zakelijke redenen? Het zijn dure en onzekere tijden. Nu meer dan ooit zal de TGC verkocht moeten kunnen worden, juist richting de stakeholders van het desbetreffende bedrijf: ‘Jongens, jullie mogen dit jaar kiezen uit een Kerstpakket of een Tax Governance Code…’
- Blote billen in de krant
Zoals bekend ben ikzelf een grote TGC-fan van het eerste uur. Maar ik wil niet weglopen voor het feit dat de TGC ook bepaalde nadelen kan hebben vanuit het perspectief van de onderneming. De kosten heb ik al genoemd. Daarnaast kan het geven van (verregaande) duidelijkheid ook tot moeilijkheden/uitdagingen/kansen leiden. Wie een TGC hanteert gaat met de fiscale billen bloot. Warts and all, zoals de Britten zouden zeggen. Wellicht gaat het dan niet om een complexe IP-financieringsstructuur met zeven belastingparadijzen en twijfelachtige transfer pricing. Ook op kleinere, niet-internationale schaal is van alles mogelijk (zie onder). Hoewel ik een groot voorstander ben van de TGC vind ik het – anders dan op fiscaal-ethische gronden – niet uit te leggen waarom een bedrijf dit risico zou moeten nemen. Dit zou anders zijn wanneer de stakeholders zich in dit verband meer zouden roeren waardoor de (hopelijke positieve) bijdrage van de TGC voor de bedrijfsvoering beter be
- Paradox
De TGC gaat gepaard met een paradox. Op het vertrouwen van het publiek te (her)winnen – een van de kerndoelen van de TGC – komen dingen aan het licht die dat vertrouwen juist ondermijnen. Indien een bedrijf echter ‘mooi weer’ speelt, met alleen maar greenwashing, wordt een code ondergraven. In deze cynische tijden is er niemand die in een jubelverhaal gelooft. Sterker nog, een TGC heeft pas zin (en kans van slagen) als bedrijven de ruimte krijgen op te zeggen: ‘Op dit moment gebruiken maken we inderdaad gebruik van de WBSO voor onderzoek dat ook zonder subsidie noodzakelijk en financieel haalbaar is. Maar we zien eveneens dat dat maatschappelijk onwenselijk is en we gaan het dus gedurende de komende drie jaar afbouwen.’
Het is alleen zeer de vraag hoe dergelijke, volwassen standpunten aankomen in de praktijk. Voor Trouw en de NOS is dit klein bier, maar voor een regionale of lokale krant is het juist heel spannend. Op collectief niveau is de TGC zeer positief, maar we kunnen niet uitsluiten dat individuele bedrijven nadelen ondervinden van hun openhartigheid. De vraag is hoe hiermee om te gaan.
Tot slot: vertrouwensherstel
Het bedrijfsleven wordt meestal niet gezien als een van de instituties van Nederland, maar is dat natuurlijk wel. Verbeteringen in het vertrouwen in die institutie draagt bij aan de stabiliteit in Nederland – op dit moment geen overbodige luxe. Idealisme is mooi maar wil de TGC op werkelijk brede schaal van de grond komen, zullen problemen als de bovenstaande wel adequaat beantwoord moeten worden.
Foto Sage Rose via Flickr.com onder Creative Commons licentie.