Medewerkers van de Belastingdienst voelen zich in de steek gelaten door de top van hun organisatie. Ik las het van de week in het Financieele Dagblad. De zeer schokkende Toeslagenaffaire heeft tot een grote stroom aan – al dan niet terechte – kritiek geleid op de Belastingdienst en de mensen die bij de Belastingdienst werken. En de hoge heren (m/v)? Die zwijgen in alle talen.
Ik begrijp wel waarom dat laatste teleurstellend is vanuit het perspectief van de ambtenaren. Ze worden voor de leeuwen geworpen. De besluiten die hebben geleid tot de Toeslagenaffaire zijn vaak niet ‘op de werkvloer’ genomen, maar hoger in de boom. De cultuur binnen de fiscus was op plaatsen niet al te best (het begrip “angstcultuur” is gevallen).
Ook onterechte kritiek
Ondertussen wordt op social media gesteld dat een integere belastingambtenaar al lang aan de noodklok zou hebben gehangen, als klokkenluider of door informatie te lekken. Wie dat niet deed (lees: bijna iedereen), zo is de redenering, is niet integer. En zo komen we tot de slotsom dat de dienst bevolkt wordt door racistische sadisten en doorgedraaide algoritmen. Dit beeld wordt nu nauwelijks tegengesproken door degenen die (politiek) verantwoordelijk zijn.
Het artikel in het FD bevat meerdere veelzeggende citaten van medewerkers: ‘Zo langzamerhand is mijn vertrouwen in onze werkgever en de hele overheid tot nihil gedaald.’ ‘Hoeveel messen krijgen we nog in de rug gestoken?’ ‘Ik voel mezelf als ambtenaar door de politiek gediscrimineerd.’
Gouden generatie
Ik begrijp deze reacties wel, zeker nu verreweg de meeste belastingambtenaren helemaal niets met Toeslagen te maken hebben. En al zouden we graag willen, Nederland kan niet zonder de Belastingdienst. De arbeidsmarkt voor fiscalisten en IT’ers is altijd krap, en het zal niet moeilijk zijn voor belastingmedewerkers om ergens anders een baan te vinden. En dan? Tienduizenden nieuwe fiscalisten vinden? Niet-fiscalisten omscholen? Nog meer computers? Nee, natuurlijk niet! De Belastingdienst zal het in eerste instantie gewoon moeten doen met de mensen die er al zijn. Daar begint het mee.
Natúúrlijk zijn er ook nieuwe wetten en regels nodig. Toch moet de echte hervorming van de Belastingdienst van binnenuit komen. Dat vereist ambitieuze, maatschappelijk geëngageerde ambtenaren die zich met ziel en zaligheid willen inzetten voor een beter fiscaal Nederland. We hebben de mond vol van de ‘menselijke maat’. De fiscus moet voortaan op individuele basis luisteren naar de burgers. Dat het gaat om meerdere miljoenen belastingplichtigen met een veelvoud aan aangiften, aanslagen, boetes en betalingsregelingen, doet hieraan niets af.
Ook ik ben van mening dat gewone mensen (net als zeer vermogende particulieren en multinationals) hun eigen situatie direct met de Belastingdienst moeten kunnen bespreken. Dit vergt echter wel een aanzienlijk uitbereiding van de capaciteit van de dienst. Zoiets gaat niet vanzelf. Wat we nodig hebben is een soort ‘gouden generatie’ van fiscalisten, IT’ers en administratieve specialisten die de boel recht kunnen trekken. Supergemotiveerd, een hart voor de zaak, met de schouders eronder en alle hens aan dek. En in plaats van het kolderieke ‘Leuker kunnen we het niet maken…’, lenen we de stoere slogan van de Koninklijke Marechaussee: ‘De Belastingdienst. Als het erop aankomt.’
Schoon schip
Dat de broodnodige hervorming van de fiscus mogelijk is, lijdt geen twijfel. Of ze daadwerkelijk zal gebeuren is echter een andere vraag. De wijze waarop wordt omgegaan met de huidige fiscale crisis op de werkvloer is hierbij een bepalende factor. De Toeslagenaffaire is verschrikkelijk maar niet elke fiscale diender heeft er schuld aan. Het publieke vertrouwen in de Belastingdienst is weg en laat zich niet zomaar herwinnen. De mannen en vrouwen achter de blauwe enveloppen wacht dus een zware – maar ook essentiële – taak.
Daarom zeg ik: pak alle rotte appels aan, en bescherm de rest. Geen mitsen, geen maren. Het is tijd dat de top van de fiscus vóór en achter zijn mensen gaat staan, zodat deze zich verbonden voelen met de organisatie en echt schoon schip kunnen maken. Dit is zonder overdrijven een kwestie van landsbelang.
***
Foto door: lost places, Flick.com Creative Commons licentie.