In levensbedreigende situaties dienen de vrouwen en kinderen als eerste gered te worden. Dit is het zogeheten Birkenhead-beginsel, bekend van onder meer het zinken van de Titanic. Het biedt een ethisch alternatief voor het (vandaag de dag vaak gangbare) ikke-eerst principe: “Red jezelf, niemand doet het voor je!”
Ik moest aan de Birkenhead-regel denken tijdens een recent symposium op de Universiteit Leiden. Wetenschappers van de afdeling belastingrecht hadden een discussie georganiseerd over de publicatie van de vaktechnische standpunten van de kennisgroepen van de Belastingdienst. Zie ook hier. Deze standpunten werden lange tijd gezien als interne documenten, maar vanaf 1 april 2023 verschijnen de standpunt online. Het betreft in eerste instantie de standpunten na 2022; wat er met de eerdere jaren gebeurt is nog onduidelijk. Wel hebben Leidse onderzoekers op basis van de Wet Open Overheid (WOO) een verzoek gedaan om stukken vanaf 2015. De eerste commerciële training staat gepland op 18 april 2023 (hier).
Bewerkelijk proces
Over het publiceren van standpunten kunnen we kort zijn: natuurlijk is het een goed idee. Burgers en bedrijven moeten zicht hebben op wat de Belastingdienst doet. Tegelijkertijd werpt het wat vragen op, te beginnen bij de inzet van capaciteit. Om alles netjes op de website te krijgen moeten stukken worden geïdentificeerd, (fysiek) gevonden (documenten zijn soms zoek), intern besproken en afgestemd, eventueel herschreven of geredigeerd, geanonimiseerd (‘lakken’), ingescand of gedigitaliseerd en pas dan online gezet. Daarna volgt uiteraard een evaluatie van het proces, kwaliteitsborging, en doorlopende actualisering van de website door de toch al overbelaste IT-afdeling. O, en dit alles staat nog los van de gestage stroom van bezwaren en verzoeken om ambtshalve vermindering die op gang komt zodra belastingplichtigen en hun adviseurs voordelige standpunten gaan claimen. Naar verwachting zal ook het aantal fiscale rechtszaken toenemen. Meer werk voor de eveneens overspannen rechterlijke macht.
Geldlustig en cynisch?
Nu gun ik iedereen zijn of haar day in court. Laten we echter niet vergeten dat deze procedures vaak zullen gaan over aanslagen waar de belastingplichtige in eerste instantie vrede mee had. Hier spelen allerlei grijstinten, maar de kans dat individuele inspecteurs en masse hele rare standpunten hebben ingenomen, is klein. Het zou kunnen dat een andere inspecteur of een kennisgroep een bepaald geval iets voordeliger had behandeld. Tsja, wat kan ik zeggen? Soit! Het opleggen van aanslagen is mensenwerk en dat betekent inderdaad dat er soms (beperkte) verschillen zijn. En nee, het zou niet moeten mogen, het is heel erg, etc. etc. Soms siert het de belastingplichtige echter om genoegen te nemen met een acceptabele uitkomst die misschien niet helemaal perfect is. Je hoeft geen beroep te doen op een voordelig kennisgroepstandpunt.
Niets menselijks is ons vreemd
Maar begrijp me niet verkeerd, er zijn zoals gezegd grijstinten. Mocht het bijvoorbeeld zo zijn dat er speciale mogelijkheden bestaan voor fiscale bloggers, dan is natuurlijk e-vi-dent dat we deze mogen – nee, moeten – gebruiken. Artikel104.nl is toch een geval apart… vinden we zelf. Daarin verschillen wij niet van 6,8 miljoen particulieren en 1,5 miljoen ondernemingen die ook allemaal belasting moeten betalen, heel bijzonder zijn en een lekkere kennisgroepstandpunt wel zien zitten. Tsja, wat wil? Marnix van Rij heeft de snoeppot op tafel gezet maar vergat de deksel.
En er speelt ook iets anders: het tanende vertrouwen in de Nederlandse overheid. Alles van het stikstof beleid tot de coronamaatregelen: in bepaalde kringen is het ‘terugpakken’ van de gevestigde orde best aantrekkelijk. Gelukkig zijn de meeste Nederlanders gewoon welwillende burgers (dat zagen we al tijdens COVID) maar er is ook een flinke groep van wie ik geen enkele fiscale terughoudendheid verwacht. Het indienen van een bewaarschrift of verzoek kost nauwelijks moeite maar kan de belastingdienstmedewerkers wel dagen bezighouden. Fraai is dit alles niet.
Overbelasting Belastingdienst
Het is geen geheim dat de capaciteit van de Belastingdienst op plaatsen (zeer) beperkt is. In 2021 gaf de Algemene Rekenkamer de volgende waarschuwing:
“De sinds 2015 bestaande forse tekortkomingen in de bedrijfsvoering bij het Ministerie van Financiën kunnen niet allemaal in 1 of zelfs 2 jaar worden opgelost. In het bijzonder de Belastingdienst heeft meer tijd en ruimte nodig. Wij begrijpen dat de leden van de nieuwe Tweede Kamer niet zijn gekozen om alles bij het oude te willen laten. Toch menen wij dat regering en parlement zich ervan moet vergewissen dat nieuwe (fiscale) beleidswijzigingen geen nieuwe grote wissels op de Belastingdienst trekken. Dat betekent niet dat niks kan. Maar wel dat niet alles kan.”
Naast de ‘gewone’ sores die we al kenden uit bijvoorbeeld het project Beheerst vernieuwen (2018), spelen er in 2023 nieuwe problemen die een additioneel beslag leggen op de blauw-rood-groene menskracht: voorbeelden zijn de Box 3-problematiek en natuurlijk het toeslagenschandaal. De kennisgroepstandpunten komen hier bovenop en zo stapelt het werk zich op.
Ethiek
De echte oplossing is uiteraard het werven van nieuwe medewerkers. Helaas is dit geen origineel inzicht. De Belastingdienst is hier al jaren mee bezig. Voorlopig zullen we dus moeten roeien met de riemen die we hebben. Met name waar het gaat om ondersteunend personeel dat tot op zekere hoogte multi-inzetbaar is (denk aan de lakkers), moeten we veel nadrukkelijker de vraag stellen welk probleem als eerste worden aangepakt. Voor mij is de keuze helder: de toeslagouders gaan boven alles. Dit standpunt is misschien extreem maar dat het capaciteitsdilemma besproken moet worden, is volstrekt evident. Het is niet goed genoeg om steeds te constateren dat de Belastingdienst “het niet meer redt” zonder ook te reflecteren op de gevolgen hiervan.
Omgaan met schaarste is een fiscaal ethisch probleem dat we niet uit de weg mogen gaan. Als maatschappij zijn wij elkaar dat verschuldigd.
***