“Oxfam is aan de top van haar fiscale invloed, vanaf nu wordt het alleen maar minder.” Zoiets las ik laatst, ik weet niet meer waar. Kennelijk leeft de gedachte dat deze ngo – nu niet slechts in belastingkringen controversieel – als gangmaker van de strijd om de grondslag, over is. Goed nieuws, zullen sommigen zeggen, want nu kunnen de volwassen het weer overnemen.
Vooropgesteld, de rol van ngo’s als spelers in het fiscale debat lijkt inderdaad te veranderen. Heeft de staatssecretaris niet net een Hele Lange Notitie opgesteld, met allerlei plannen om onze status als belastingparadijs te verhelpen? Veel van de genoemde maatregelen – de introductie van bronheffingen bijvoorbeeld – komen tegemoet aan de eisen die ngo’s en andere progressievelingen al geruime tijd aandragen. De discussie over de dividendbelasting (eind 2017) laat bovendien zien dat de fiscaliteit inmiddels ook bij ‘gewone’ mensen geland is, om van de rulingpraktijk te zwijgen. Ten opzichte van een paar jaar geleden is er wel degelijk iets veranderd.
Terug naar de ngo leest
Kan Oxfam zich eindelijk bezighouden met meer zinnige zaken dan – ik noem maar wat – onzakelijke omleidingen? Waterputten slaan, ofzo, iets waar zelfs de meest cynische kapitalist niet tegen kan zijn? Van een prominente ngo in een niet nader te noemen buitenland weet ik dat het tax team inmiddels is ontbonden. De schaarse (onderzoeks)middelen worden elders ingezet. Of dit representatief is voor het bredere Tax Justice Network (TJN) betwijfel ik overigens wel; met de komst van Arnold Merkies (voorheen TK lid voor de SP) als coordinator van het Nederlandse TJN, is een zwaargewicht binnengehaald. Een paar jaar geleden ben ik bij Merkies op audiëntie geweest (over de publicatie van APAs), en ik mocht hem wel. Hij heeft zich als een tomaatrode pitbull vastgebeten in de fiscale materie, grotendeels zonder de bijstand van het gratis advies van belastingadviseurs (in SP kringen schijnen die schaarser te zijn dan bij de VVD). Met goed gevolg, zou ik zeggen, al zitten mijn vakbroeders niet te wachten op nog meer linkse interventies.
Zelfreinigend vermogen van de sector? Seriously?!
Binnen de belastingbubbel bestaat de indruk dat fiscalisten a) het licht nu wel hebben gezien, en b) nooit weer van het rechte pad zullen geraken en/of dat c) ethiek hoogstens nog een deuropener is voor de acquirerende belastingadviseur. Damascus is zo gezegd in zicht, compleet met mvo en conservatieve transfer pricing. De resterende kloof tussen het rechtvaardigheidsgevoel van burgers en het bedrag onder de streep, komt gewoon door slechte berichtgeving en fake news van de PvdA. In de nadagen van BEPS – zo zou je haast geloven – kan de burger weer rustig slapen gaan, althans voor wat betreft het internationaal belastingrecht.
Klink ik nu bitter? Excuus, ik mik slechts op licht sarcastisch. Enige kritiek op de zelfvoldane “ngo’s hebben we niet meer nodig”-discours is in elk geval gepast. Kijk, dat fiscalisten inmiddels zijn uitgeBEPSt, wil niet zeggen dat de onderliggende problemen – belastingontwijking, gebrek aan transparantie, het ondoorzichtige Haagse lobbycultuur en het verlies van het publieke vertrouwen – zijn opgelost. Als we niet opletten, bestaat het risico dat alles over een paar jaar weer bij het oude is. Tax plannen blijft leuk voor fiscalisten en lucratief voor belastingplichtigen. En juist omdat een vos zijn haren verliest maar niet zijn streken, is waakzaamheid geboden. Veel van de verdiensten van het BEPS project zijn inmiddels verzilverd in de vorm van wetgeving en aanpassingen in belastingverdragen. Deze laten zich niet zomaar terugdraaien. Bij de fiscale ethiek ligt dit anders. Als over vijf jaar de aandacht van de buitenwacht verslapt, is de kans op een fiscaal-morele terugval groot. De gedachte dat belastingplichtigen “alleen aan wet- en regelgeving gebonden zijn” en dat maximaal doorplannen OK is, mits binnen deze grenzen, blijft verleidelijk – zeker als er geld mee te halen is.
Organistaties als Oxfam houden ons bij de les.
***
Foto door Chris White via Flickr.com – Creative Commons licentie.