On 29 August 2017, the Dutch Socialist Party (SP) posed a series of parliamentary questions about the participation of employees of the Dutch tax authorities and other civil servants at the annual congres of the International Fiscal Association (IFA) which is now drawing to a close in Brazil.
Questions raised
The questions are directed at the Minister and Underminister for Finance, who are, as I understand it, expected to reply by the first half of October 2017. In (unofficial) translation, the questions read as follows:
1) How long have civil servants of the Ministry of Finance and the Dutch tax authorities been going to IFA congreses?
2) How many civil servants of the Dutch tax authorities, the Dutch ruling team and the Ministry of Finance were at the IFA congres in Rio de Janeiro?
3) Do the Ministry of Finance and the Dutch tax authorities pay for those attending the congres? What is the budget for this trip?
4) What exactly is on the agenda at the congreses and how do the participants subsequently report their findings? Can Parliament be informed about this?
5) Can you provide a list of the participation in previous years, specifying the number of participants, the program followed and the reports subsequently written by the participants?
6) Which contacts have the participants made with people from the ‘tax world’ during these congreses? What has been agreed in this respect?
Comments
The SP’s questions come amidst a growing public debate about tax avoidance/evasion, and the role of tax advisors and civil servants in the BEPS dynamic. Over the past months, more has become known about the (old) policy of the Ministry of Finance of facilitating certain types of tax planning in order to promote the Dutch investment climate. This has resulted in a stream of negative publicity for the tax authorities. The use of APA/ATR is also a topic of concern, in part due to the State aid issues surrounding an alleged ‘sweetheart deal’ issued by the Netherlands to Starbucks, a number of years ago.
The questions can be seen as a follow-up to some of the points raised during a parliamentary inquiry into tax planning via the Netherlands in June 2017. This inquiry was prompted by the Panama Papers and involved public hearing of tax specialists and witnesses. The MP who submitted the questions (Renske Leijten) was a member of the inquiry panel and is known to be highly critical of the tax sector. The focus of the present questions is clearly on (potential) conflicts of interest between the civil service and the tax sector.
It will be interesting the see the Underminister’s response. I hope that he will use this opportunity to explain in detail the role of the IFA as a forum for ideas in the international tax world. Speaking as a Dutch taxpayer now, it is a no-brainer that the tax authorities should remain in the loop.
Samba dancing
I understand that “a congres in Rio” smacks of a ‘sweetener’ for tax inspectors, however – having spoken at two previous congreses – I can guarantee that the worlds fiscal finest are not currently dancing the carnival conga with a bunch of ecstatic drag queens. Although some fresh IFA evidence has recently surfaced…
We work a lot and we enjoy with our IFA Friends!! #YourRioExperience #Ifa2017rio pic.twitter.com/uSWPtx3z6a
— IFA Congress 2017 (@ifa2017rio) August 31, 2017
***
[Hieronder een reactie die ik over deze materie plaatste op Linkedin, d.d 31 augustus 2017:]
Meer aandacht voor organisaties als IFA is een positieve ontwikkeling voor de publieke discussie over fiscaliteit. Het geeft nl. inzicht in de complexiteiten van het internationale belastingrecht en de dynamieken waar adviseurs, overheden, etc. mee moeten dealen. Handen en voeten geven aan de vraag waarom het dichten van ‘loopholes’ technisch en politiek zo ingewikkeld is, dus. Bij het vinden van werkbare oplossingen is dergelijke kennis van groot belang.
Het is belangrijk dat ‘wij’ (ik bedoel: fiscalisten) nu niet in de verdediging schieten (dat is althans mijn eerste reactie), maar deze vragen juist aangrijpen als een kans om openheid te geven en aan de maatschappij inzichtelijk te maken hoe de wereldwijde belastingsector werkt. Bijv. de waardevolle bijdrage aan de (wetenschappelijke) gedachtevorming binnen de context van de IFA, door fiscalisten uit alle ‘bloedgroepen’ (commercieel en overheid).
Ik zie het risico dat de IFA deelname – ten onrechte! – wordt neergezet als een soort snoepreisje en dat de NL ambtenaren volgend jaar niet meer mogen. Vanzelfsprekend blijft belangenverstrengeling een reëel punt van aandacht, maar laten we niet het kind met het badwater weggooien
Helaas ben ik nu niet in Rio (al schijnt ook hier in Leiden de zon) maar ik was vorig jaar spreker en daarvoor ook een keer secretaris van een van de panels. De interactie bij IFA tussen fiscalisten uit alle windstreken is van belang, zowel voor het delen van informatie als voor het opdoen van contacten. Als het Ministerie en de Belastingdienst niemand zou sturen, dan zouden wij ons grote zorgen moeten maken. Het is essentieel dat onze ambtenaren ‘in the loop’ zijn en kunnen taxeren wat er wereldwijd speelt.
Photo by Mario Sánchez Prada via Flickr.com under Creative Commons licence.