Over hoorcolleges: “Mevrou-ouw, komt dit op het tentamen?”

Hoorcolleges: wie kent ze niet? Met z’n allen in een zweterige zaal, luisteren naar een grijze hoogleraar of een 22-jarige, die net 3 maanden bezig is met een proefschrift, en duidelijk geen idee heeft waar het eigenlijk om draait. Studenten zijn – in mijn ervaring – tolerant, mits e.e.a. stipt op tijd afloopt en de slides tijdig beschikbaar zijn.

Vanuit metafiscaal optiek, zijn hoorcolleges een boeiend en fiscaal-sociologisch onontgonnen gegeven. De afgelopen maanden is het fenomeen sterk veranderd. Geen banken vol jaargenoten, maar een digitale leeromgeving met de hoofdjes (en soms met wat huiselijke details) met een al dan niet actieve leerhouding. Ondertussen staart de docent ook naar het scherm en stelt op goed geluk zijn of haar tempo bij, op basis van de veronderstelde reacties van de groep. (Vorige week betrapte ik mijnzelf erop tijdens een Zoom-college specifieke studenten aan het woord te laten, door met een potlood (een echte, van hout) naar ze te wijzen. Ik weet niet of dit aandoenlijk is of juist kansloos.)

Afleidingsmanouvres

Het risico van afleiding is thuis vele malen groter dan op de universiteit. De pakjesbezorger staat voor de deur, de hond wil aandacht en het opwarmen van een magnetronmaaltijd kost toch weer een paar minuten: “O, sorry, sorry – de camera viel uit en ik was op mute.” Concentratie en focus zijn overigens ook niet mijn sterke punten. Ik ben makkelijk af te leiden. Tenzij ik actief kan meedoen met bijvoorbeeld een seminar of een call, staan er zeven andere vensters open: LinkedIn, Facebook, Twitter, de redactiemodule van Artikel104.nl, en drie verschillende email accounts… Ik ben er niet trots op. Zelfs als alle sprekers inspirerend, glashelder, grappig en in alle andere opzichten perfect zouden zijn, is het volgen van online colleges (ook: call-eges) moeilijk. Het is precies om deze reden dat ik me zorgen maak om de jeugd.

Iedereen blij maken lukt niet

Onder normale omstandigheden ben ik een groot voorstander van didactische zelfredzaamheid. In plaats van hapklare brokken zinnen als: “Nee, jullie krijgen de slides met de antwoorden NIET. En ik ga het niet weer uitleggen, lees het arrest en log in bij Kluwer Navigator. Kan me niet schelen dat het een Commissiebesluit van 60 pagina’s is. Je zit hier niet op de middelbare school!!!” Voor sommige studenten (degenen die zich hebben voorbereid) werkt dit prima. Voor anderen niet. Welke benadering moet een docent dan hanteren?

Helaas ben ik van nature een people pleaser, die graag iedereen tevreden houdt. Dit loopt zelden goed af, en kan zelfs jengelgedrag in de hand werken. Het is erg vermoeiend. Wie de zwakke studenten te scheutig ondersteunt, kan rekenen op VEEL MEER steunverzoeken en oeverloos gejammer als de koek op gegeven moment toch op is. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. De toppers in de groep (want die zijn er ook altijd) raken bovendien gedemotiveerd door de slakkengang langs basale kernarresten. Liefde voor het vak en de kinderlijke verwondering over het recht worden nauwelijks overgebracht (het is dan hopen op een goede scriptiebegeleider die het heilige fiscale vuurtje weer aan de praat krijgt).

Evenwicht zoeken

Is er een balans tussen deze twee uitersten? Of alleen een laffe polderoplossing, waar niemand blij van wordt? Ik vrees toch het tweede. Er bestaat niet zoiets als een ideaal hoorcollege, ook niet een digitale, waarmee niet gezegd is dat de kwaliteit van zo’n bijeenkomst er niet toe doet. Juist in tijden van corona is het volgens mij zaak om de online colleges zo mooi en enerverend mogelijk te maken. In levende lijve kunnen vroeg-twintigers behoorlijk irritant zijn; echter, nu ze gevangen zitten in de lockdown, kan ik niet anders dan medelijden met ze hebben. Ik weet dat iedereen onder de pandemie lijdt, maar een gedwongen virtueel studentenleven – een periode waarin je je op allerlei vlakken moet ontwikkelen – blijft naar. Hoe kun je nieuwe dingen proberen, zoals een proefles karate of iets organiseren met de studievereniging? Een keer flink onderuitgaan, zonder al teveel schade?

Horizon verbreden

Dit klink misschien wat verwend. Jezelf ontwikkelen is echter VEEL meer dan aan de bar hangen bij de studentenvereniging. Studenten klauteren uit de kast, vormen politieke denkbeelden en ontstijgen hun eigen, altijd beperkte, achtergrond en omgeving. De disciplineerde werking van fysieke bijeenkomsten (een paar keer per week moeten studenten in elk geval op tijd hun nest uit) en alle kansen om bij de waterkraan met soortgenoten in contact te komen, of om gewoon de docent aan te schieten, zijn deel van dit proces.

(N.B. – wat dat laatste betreft: ik wil (mijn) studenten ook langs deze weg aansporen om contact met mij op te nemen, als dit helpt: anna@artikel104.nl Ook ben ik beschikbaar voor het leveren van Hele Wijze Inzichten of voor tips over literatuur betreffende staatssteun.)

Tot slot

Een college belastingrecht zal bij dergelijke sores vermoedelijk niet het verschil maken. Toch denk ik graag dat een verzorgd “onderwijsproduct” een soort hart onder de riem kan zijn. Ik ben niet de Mr Miyagi van het internationale belastingrecht. Dat wil niet zeggen dat de studenten geen belangrechtelijke Karate Kids kunnen zijn, die ondanks alle hindernissen glansrijk de eindstreep halen.

En tot die tijd geldt uiteraard: let een beetje op elkaar, al is het maar via Zoom!

***

Afbeelding van Anna Gunn & gele trui: Tessa in een kruiwagen zomer 2020, na kortstondige verwonde poot. Deze foto werd getoond bij recent HC op de “Eerst-even-voorstellen”-slide: “Dit is gratuit, maar zo vergeten jullie me niet!” (En terwijl ik het zeg denk ik: “Dit is toch niet hoe je bekend wil staan? Wat bezielde me om me juist met deze foto te profileren?”)

About Anna Gunn

Fiscaliste met de specialisaties EU-belastingrecht en fiscale exotica. Geruime praktijkervaring met fiscale staatssteun.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *