Om de Griekse economie te steunen breng ik dit jaar mijn vakantie door op Corfu. Op aanraden van vriend en vijand was ik bij aankomst in het bezit van een aanzienlijk bedrag aan contanten, zorgvuldig verborgen in mijn bagage en kleding. De angst overvallen te worden of een stapeltje kwijt te raken was aanzienlijk. Het is niet voor niets dat we in Nederland met plastic betalen. Voor een carrière als smokkelaar ben ik duidelijk ongeschikt.
Ik keek afgelopen weken met verbazing en toenemende scepcis naar de berichtgeving over de bankbiljettencrisis. Een monetaire Armageddon binnen de EU is ongeveer even waarschijnlijk als de berichtgeving over die poema die in 2005 de Veluwe onveilig maakte. Daarbij is het komkommertijd en dan moet je de kranten sowieso niet al te letterlijk nemen.
Bij aankomst hier in Griekenland blijkt mijn verzameling papier slechts in die zin nuttig dat er in de verste verte geen geldapparaat te bekennen is. Ik heb niet de indruk dat het land één stap verwijderd is van een chartale meltdown. Ook hier willen de locals handel drijven en – gelijk badplaatsen in de hele wereld – ook hier zijn de prijzen hoog. “Zeg, dit is wel een Nederlandse euro,” zeg ik, “Aanzienlijk harder dan die euro van jullie.” Ik verlaat de zaak met twee extra kralen en een gratis spiegel.
Geroosterde hond
Mijn appartement is charmant en dichtbij zee. Overdag kun je zwemmen of luieren op het terras en dan ‘s avonds Netflix kijken. Het enige nadeel is eigenlijk de (voor voetgangers) onherbergzame locatie. Volgens de gastvrouw, die mij inmiddels de ‘lazy guest‘ noemt, kan ik het best met de bus naar Corfu Town. Maar dan moet je wel naar de bushalte lopen en die is aan de top van een berg. Het zou in een half uur moeten kunnen, afhankelijk van je conditie. Mij bekijkt ze van top tot teen, en zegt dan: “Je kunt natuurlijk ook liften.”
Anderhalf uur later en badend in het zweet (het is ruim boven de 30°C) bereik ik mijn bestemming. Vergane glorie is waarschijnlijk nog de beste omschrijving. Een gelegenheid tot gyros eten, maar veel panden staan leeg. Een oude man roostert langzaam een hond.* Het doet denken aan de armere delen van België, maar dan warmer.
De grootste verrassing is de aanwezigheid van een VVV-kantoor waar een oude vrouw informatie geeft over de bus (voor de kaartjes moet je echter naar de bakker). “Retour is het EUR 3,40. En dat is veel voor ons Grieken. Vroeger was het EUR 2,20. Komt door de Trojka.” Ik weet niet wat ik moet zeggen en val dus terug op het universeel Europees gebaar voor onrecht (diep zuchten met een meewarige blik).
Oxi!-merchandise
Aangekomen in Corfu Town heb ik twee ambities: (i) de aanschaf van schuldencrisissouvenirs (het liefst een T-shirt met de opdruk ‘Oxi!’ of met een foto van Tsipras in de stijl van de beroemde Che Guevara-prent); en (ii) een bezoek aan het Grieks(e) Bankbiljettenmuseum. Op beide punten faal ik echter jammerlijk.
Om met de souvenirs te beginnen. Ik spreek geen woord Grieks dus een diepgravend exposé over hoe ‘gewone’ mensen de recente ontwikkelingen ervaren zat er nooit in. Ik had evenwel verwacht dat ik op basis van goed observeren ten minste enige aardige anekdotes te kunnen opdoen. Maar behoudens één eenzame poster van de communistische partij, herinnerde niets aan het recente referendum of aan de voortdurende crisis. Geen rijen bij de geldautomaten, geen huilende bejaarden en al helemaal geen T-shirts. Mijn verzoek om EUR 80 kreeg ik uitbetaald als vier (beweerdelijk schaarse) briefjes van twintig. Ik wil hier geen conclusies aan verbinden (anders dan dat het leven van een buitenlandse toerist prettig is), maar ik vraag me wel af hoeveel omzet de plaatselijke bevolking is misgelopen als gevolg van het feit dat het land – naar mij gebleken is ten onrechte – als rampgebied staat aangeschreven.
Anti-climax?
Jaren geleden schreef ik voor een Brits blad een column over de fysieke omschakeling van de gulden naar de euro. Er werden destijds allerlei rampen voorspeld. Geen briefjes, paniek, al het spaargeld zou worden opgenomen en onder matrassen verstopt, etc. Toen het Nederlands geldsysteem toch niet instortte, kwam deze verslaggever niet veel verder dan een bespiegeling over het belang van geld voor de nationale identiteit en de onwaarschijnlijke ‘Ding-Flof-Bips’– campagne van de Nederlandse overheid. Het was een grote teleurstelling voor de redactie.
Wachtend voor de geldautomaat van de National Bank of Greece moet ik denken aan deze anti-climax. Laten we hopen dat hij een voorbode is van de goede afloop van de huidige problematiek.
Tot slot het Bankbiljettenmuseum. Daarover kan ik kort zijn. Dat was – anders dan aangegeven op de website – gesloten. Tot zover de monetaire uitstap. Volgende keer weer fiscaliteit.
***
* Naar later bleek was het een geit die geroosterd werd.