Lawful but Awful: het Fraude Film Festival Verslag van het Fraude Film Festival

Op 13 en 14 oktober 2016 mocht ik deelnemen aan een panel op het Fraude Film Festival in Amsterdam. Mijn rol was om als fiscalist en gewezen belastingadviseur input te geven op de film ‘The Price We Pay’ van Harold Crooks (zie hier voor de trailer). Het festival werd gehouden in het prestigieuze EYE museum. Met trillende handen zat ik op het podium, samen met Wim Huisman (criminoloog aan de Vrije Universiteit), Martijn Roessingh (adjunct-hoofdredacteur bij Trouw), en Gerrie Lenting (Deloitte). 

De film

‘The Price We Pay’ is een lange documentaire over belastingontduiking en ontwijking in brede zin. Het gaat over de rol van belastingparadijzen en offshore centra (niet hetzelfde, zo blijkt) en brengt veel verschillende specialisten in beeld, die deze thematiek vanuit evenzoveel perspectieven belichten. De film legt verbanden tussen de huidige fiscale realiteit, de uitholling van de democratie, de opkomst van de digitale economie, de groeiende maatschappelijke ongelijkheid en de grote onvrede bij gewone mensen over met name de bancaire sector. Het is teveel om hier samen te vatten, maar de film is zeker de moeite waard.

Mijn boodschap

Mijn boodschap in de fiscale discussie is steeds de volgende. (1) Er zijn enorme problemen met de wijze waarop in Nederland en elders wordt omgegaan met de belastingheffing van multinationals en zeer vermogende particulieren. Er zijn teveel loopholes en er is te weinig handhaving. In een democratische samenleving is het niet acceptabel dat machtige partijen naar eigen inzicht hun fiscale bijdrage kunnen bepalen. Het feit dat deze partijen vaak veel politieke invloed hebben, maakt dit probleem des te nijpender. (2) Ik ben daarom verheugd over het feit dat sinds de crisis sprake is van een stroomversnelling in de internationale strijd tegen belastingontwijking (ik denk bijv. aan het BEPS-project van de OESO of aan de ATAD-richtlijn van de EU), maar daarmee zijn wij er niet. (3) Het is tijd voor duurzame oplossingen. Nieuwe maatregelen moeten in technische zin solide zijn, en dat kan alleen als op de juiste wijze rekening wordt gehouden met kernwaarden van ons belastingstelsel. Met name de rechtszekerheid, rechtsbescherming en privacy zijn cruciaal.

Moraliteit is leuk; democratisch tot stand gekomen en juridisch afdwingbare regels zijn beter. De ethiekdiscussie is nodig maar vooral om scherp te krijgen hoe het nieuwe belastingrecht moet luiden. In al mijn optredens benadruk ik het belang van codificatie want als eenvoudig lammetje heb ik a priori weinig vertrouwen in de plechtige beloften van de belastingrechtelijke wolven. Stevig optreden is daarom mijn devies maar niet middels spierballentaal. Als er geen rekening wordt gehouden met fundamentele beginselen van het belastingrecht, dan zullen nieuwe wetten op gegeven moment sneuvelen voor de (Europese) rechter. Dit is een nuance die het grote publiek vaak mist.

Maak het de politici niet makkelijk: stel de juiste vragen

De strijd voor een eerlijk en coherent belastingstelsel is buitengewoon complex. Al sinds de late jaren ‘90 van de vorige eeuw wordt op OESO en EU niveau gewerkt aan oplossingen voor zowel ontduiking als ontwijking. Er is te weinig oog voor deze geschiedenis en dus voor de stroperige politieke dynamiek die eraan ten grondslag ligt. Anno 2016 heeft het geen zin om ‘de politiek’ ins blaue hinein te manen tot actie zonder tevens zicht te hebben op de belangenverstrengelingen, economische overwegingen en juridische haken en ogen die bij dit alles spelen.

Ik wil niemand ontmoedigen om Den Haag onder druk te zetten (het fiscaal debat zou zelfs een kernthema moeten zijn bij de komende verkiezingen). Maar een volwaardig debat vergt een verdiepingsslag. Ik wil niet de suggestie wekken dat het laatste helemaal niet gebeurd. In Nederland hebben met name Trouw en het Financieele Dagblad een heel waardevolle bijdrage geleverd door hun deelname aan de Panama Papers (waarover zodadelijk meer). Het feit dat de organisatoren van het Fraude Film Festival juist een film als ‘The Price We Pay’ programmeren is ook een goed teken. Maar in beide gevallen gaat het vooral om het agenderen van de onderhavige problematiek. De vraag is naar de volgende stap. ‘The Price We Pay’ laat ons achter met een cliffhanger. Wat moet er gebeuren om de problemen aan te pakken? Waarom lukt het steeds niet? En wie heeft eigenlijk de macht om maatregelen te nemen? Een aantijging aan het adres van een hele politiek-economische structuur zegt mij niet welke moeilijke vraag ik aan Paul Tang of Eric Wiebes moet stellen tijdens de eerstvolgende townhall meeting. Dat laatste is wel belangrijk, want op dit moment kunnen politici, opiniemakers, wetenschappers, multinationals en fiscalisten, vaak volstaan met de verzuchting: “Het is moeilijk, maar zo werkt de politiek.”

Twee concrete thema’s voor het Nederlands debat (voorbeelden)

‘The Price We Pay’ eindigt met de zogeheten ‘Robin Hood Tax’. Dit is kort gezegd een heffing op financiële transacties door banken. Het idee is dat de Robin Hood Tax een tegenprestatie vormt voor het feit dat landen destijds de banken hebben gered. Daarnaast is zij bedoeld om de snelheid van financiële transacties (‘flitskapitaal’) wat af te remmen, wat ten goede zou moeten komen aan de stabiliteit van het financieel systeem. Tot slot heeft de Robin Hood Tax een belangrijke symbolische waarde: de financiële sector moet zijn eerlijke deel betalen.

  • Europese Financial Transaction Tax
    Anders dan soms gedacht, is de Robin Hood Tax allerminst een fiscale wensdroom. Alweer in 2010 kwam de Europese Commissie met een voorstel voor een Financial Transaction Tax (EU FTT). Over de belasting kon geen unanimiteit worden gevonden, maar een kleinere groep landen is er nog steeds mee bezig. Nederland doet vooralsnog niet mee. Zou het niet interessant zijn om een mooie VPRO-documentaire te hebben over de EU FTT en dan met name de vraag waarom het allemaal zo’n probleem is? Er zijn vast filmmakers die van deze taaie materie iets moois kunnen maken. (En als ze dan toch bezig zijn, een kritische blik op de toedracht omtrent de CCCTB en de Code of Conduct Group kan ook geen kwaad).
  • Nederlandse bankenbelasting
    Het tweede dossier is dat van de bankenbelasting. Deze heffing is eind 2012 ingevoerd, o.a. met het oog op de fair share-gedachte en werd begin dit jaar (positief) geëvalueerd. Voor zover ik weet, is dit laatste niet opgepakt door de media (misschien vergis ik mij?). Het zou interessant zijn om te horen of deze post-crisismaatregel vanuit het perspectief van de kritische journalistiek gewerkt heeft.

Fiscale eigenrichting is geen oplossing

Zoals ik hierboven al noemde, heeft de media – bijv. met de Panama Papers – een enorme katalyserende werking gehad op het debat. Het is volstrekt evident dat we zonder het werk van journalisten en ook NGO’s niet zover zouden zijn gekomen. Maar hoe moet deze rol er in het vervolg uitzien? Enerzijds is het zaak dat de huidige druk wordt aangehouden of zelfs opgevoerd. Als de fiscaliteit morgen uit de oog van het publiek verschijnt dan is het overmorgen weer business as usual voor overheden.

Aan de andere kant is het niet wenselijk (of haalbaar) dat particuliere initiatieven een structurele rol krijgen bij de handhaving van fiscale wetgeving. Het boek ‘Panama Papers‘ van Obermayer en Obermaier maakt inzichtelijk welk beslag zo’n onderzoek legt op kranten en journalisten. Bovendien, in een rechtsstaat kan geen plaats zijn voor trial by media. Dit is een van de redenen dat ik grote problemen het met het optreden van Margaret Hodge MP op het beroemde bijeenkomst van de Public Accounts Committee (PAC) in het Verenigd Koninkrijk, toen ze op dramatische wijze tegen de vertegenwoordiger van Google riep: “We’re not accusing you of being illegal, we’re accusing you of being immoral.” Veel mensen hebben van deze beelden gesmuld want het doorbreekt de gebruikelijke machteloosheid die veel van ons ervaren als overheden geen grip krijgen op multinationals.

Toch moeten we het volgende niet vergeten. Hodge trad op als voorzitter van een orgaan dat tot taak heeft de controle op de overheidsfinanciën (in dit geval de opstelling van de Britse fiscus bij afspraken met bedrijven). De PAC is geen rechtbank of volkstribunaal en het is dus niet aan Hodge om mensen te beschuldigen van wat dan ook. Haar morele verontwaardiging deel ik op zich wel, maar deze moet op de juiste plaats haar uitdrukking krijgen: in het Britse Lagerhuis. Het wringt dat het VK rond dezelfde tijd te kennen gaf “the most competitative tax system” van de EU te willen hebben, o.a. door een significante verlaging in het tarief van de vennootschapsbelasting.

Margaret Hodge is leuk om naar te kijken maar de fiscaal-morele werkelijkheid van de Britse overheid is toch echt anders. Daarover zou deze discussie moeten gaan, want het organiseren van een showtrial is met alle respect Spielerei

***

Foto: screenshot van de PAC hoorzitting. Dit is de befaamde Margaret Hodge.

About Anna Gunn

Fiscaliste met de specialisaties EU-belastingrecht en fiscale exotica. Geruime praktijkervaring met fiscale staatssteun.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *