Na het toekennen van de Nobelprijs voor literatuur aan Bob Dylan werd in sommige Nederlandse literaire kringen weer eens opgerakeld dat Simon Vestdijk ten onrechte nooit deze prestigieuze prijs heeft gewonnen. Voor fiscalisten is interessant dat Maarten ’t Hart ruim twintig jaar geleden een verband heeft gelegd tussen het werk van Vestdijk en de fiscaliteit.
In een bespreking van het werk van Vestdijk schreef Maarten ’t Hart dat de romans van Vestdijk soms in de Alpen gelokaliseerd zijn vanwege fiscale redenen. ‘Als u zo nu en dan een roman in het hooggebergte laat spelen,’ moet een consulent Vestdijk getipt hebben, ‘dan zijn uw vakantiereizen naar Berchtesgaden aftrekbaar voor de belasting.’, aldus ’t Hart. Volgens ’t Hart liet de enorm zuinige Vestdijk zich dat geen twee keer zeggen. Open Boek, De arme Heinrich, Een Alpenroman, Het Genadeschot en Het Spook en de Schaduw zijn romans, mede geschreven met het oog op de mogelijkheden van belastingaftrek. “Wie dit een banale, weinig verheffende reden vindt om romans in de Alpen te laten afspelen”, vervolgt Maarten ’t Hart, “heeft misschien gelijk, maar dat gelijk verkeert dadelijk in zijn tegendeel voor wie in ogenschouw neemt hoe grandioos Vestdijk het hooggebergte beschreven heeft” (H.Br. Corstius & Maarten ’t Hart, Het Gebergte, de tweeënvijftig romans van S. Vestdijk, Nijgh & Van Ditmar/De Bezige Bij, Amsterdam, 1996, p. 141).
Joachim Ringelnatz
Er zijn ook literaire giganten die gedichten hebben geschreven over hun eigen fiscale perikelen. Zo leidde de wanhoop waaraan de Duitse dichter Joachim Ringelnatz ten prooi viel bij het lezen van de tekst van het door hem in te vullen aangiftebiljet inkomstenbelasting, tot het in 1933 verschenen gedicht getiteld ‘Wie mag er aussehn?’
Wer hat zum Steuerbogenformular
Den Text erfunden?
Ob der in jenen Stunden,
Da er dies Wunderwirr gebar,
Wohl ganz – – – oder total – – war?
Du liest den Text. Du sinnst. Du spinnst.
Du grinst – “Welch Rinds’” – Und du beginnst
Wieder und wieder. – Eisigkalt
Kommt die Vision dir “Heilanstalt”.
Für ihn? Für dich? – Dein Witz erblasst.
Der Mann, der jenen Text verfasst,
Was mag er dünkeln oder wähnen?
Ahnt er den nichts von Zeitverlust und Tränen?
Wir kommen nicht auf seine Spur.
Und er muss wohl so sein und bleiben.
Auf seinen Grabstein sollte man nur
Den Text vom Steuerbogen schreiben.
Het gedicht is opgenomen in Joachim Ringelnatz, Und auf einmal steht es neben dir, Gesammelte Gedichte, Karl H. Henssel Verlag, Berlin, 1961, p. 490.
Vladimir Majakovski
De Sovjet dichter Vladimir Majakovski kreeg in 1926 een ambtshalve aanslag opgelegd hetgeen hem er toe leidde zich in dichtvorm tot de belastinginspecteur te richten. Het gedicht luidt ‘Onderhoud over poëzie met de belastinginspecteur.’ Het gedicht is 9 pagina’s lang. Een aantal citaten, ontleend aan de vertaling van Marko Fondse, opgenomen in V.V. Majakovski, Werken, Uitgeverij G.A. van Oorschot, Amsterdam, 1993, p. 433 e.v. is hierna opgenomen.
“Kameraad inspecteur!
Excuseer dat ik de vrijheid neem, ja?
Dank u…
geen omslag…
Ik sta wel…
Ik kwam
met een wat delicaat probleempje –
de plaats
van de dichter
in het arbeidersstaatsbestel.
Als eerste grutter
of pachtheer
slaat u mij aan
-met boete-
In naam der wet
voor duizend
per jaar
en een vracht meer
voor het niet invullen
van mijn aangiftebiljet.
Mijn werk is
met alle
werk
vergelijkbaar.
Sla de kostprijs eens om
over het totaal
produkt
van mijn bedrijf en
kijk naar
wat ik
enkel al kwijt ben
aan materiaal.
…
Kameraad Inspecteur,
op mijn woord van eer,
elk woord, eer het zingt,
kost mij tien kopeken.
…
Anders dan
dat handige zakenmansvolk
kom ik
-als enige!-
nooit uit het drijfzand van schuld.
Schuld lossen wij zo af-
door te brullen met
kelen van staal,
misthoorn door mist
van de kleinburger woedend.
De dichter
van ouds al
schuldenaar van het heelal,
ziet zich
op de koop toe
belast
met boete.
…
Kameraad inspecteur,
Ik betaal u er vijf,
alle
nullen
halen we door.
Met rede
eis ik
verblijf
in de loonklasse van
de armste
werkman en boer.
En mocht u soms denken dat
dichten
bestaat
uit andermans woorden
inlijven,
dan is
hier mijn vulpen,
pak aan, kameraad,
en ga zelf
maar een potje
schrijven.”
De boekomslag van de eerste druk van het gedicht is gemaakt door de Sovjet kunstenaar/fotograaf Alexander Rodtschenko. Daarop staat Majakovski met een stapel manuscripten in zijn handen aan het bureau van een persoon die de belastinginspecteur voor moet stellen. De identiteit van de echte inspecteur die de ambtshalve aanslag aan Majakovski oplegde, is bekend. Hij heette Wassilij Katanjan (Alexander Rodtschenko, Sepherot Foundation (Liechtenstein), Katalog der Sammlung, Hatje Cantz Verlag, 2013, p. 62 en 63).
Bob Dylan
Ook het werk van Bob Dylan bevat een verwijzing naar de fiscaliteit. Het is weliswaar een minuscule verwijzing en het betreft de imaginaire Mr. Jones en niet Dylan zelf, maar toch. In het lied (beter gezegd ‘gedicht’, om recht te doen aan zijn Nobelprijs) Ballad of a Thin Man komt de volgende passage voor:
“But nobody has any respect
Anyway they already expect you
To just give a check
To tax-deductible charity organizations.”
Ballad of a thin man is afkomstig van het in 1965 verschenen album Highway 61 Revisited.
Oproep aan belastingadviseurs
Wat opvalt bij deze kleine bloemlezing, is dat de aandacht van de dichters zich richt op het aangiftebiljet, gedoe met een inspecteur en een fiscale faciliteit als de giftenaftrek. Een belastingadviseur heeft de pen van een dichter kennelijk nog nooit in beweging weten te brengen. Gelet op de adviestarieven zal menig dichter zich ook geen fiscale bijstand kunnen veroorloven. Omdat de aandacht voor poëzie sowieso niet groot is, zal de aandacht van belastingadviseurs voor de beoefenaars der dichtkunst in het algemeen ook minimaal zijn, in ieder geval professioneel, ondanks het feit dat bijvoorbeeld Majakovski er op heeft gewezen dat het correct invullen van het aangiftebiljet door een dichter bijzonder ingewikkeld is. In een verzoekschrift van 26 augustus 1926 aan de belastinginspecteur merkte hij het volgende op: “Het niet invullen van mijn aangiftebiljet is geen poging om mij te onttrekken aan opgave van mijn inkomsten, maar uitsluitend te wijten aan het feit dat het binnen het ingewikkelde poëtische bedrijf bijna ondoenlijk is een precieze calculatie te maken van wat al dan niet als verwervingskosten kan worden opgevoerd. Dat is een vak dat nog in de kinderschoenen staat en complete wetenschappelijke verhandelingen vereist.” (V.V. Majakovski, Werken, t.a.p., p. 646.)
In het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen zouden belastingadviseurs poëzie kunnen ondersteunen, bij voorbeeld door dichtregels te verwerken in hun externe berichtgeving, uiteraard met bronvermelding. Buiten de fiscaliteit zijn al dergelijke initiatieven genomen. Aan de gevel van een kantorengebouw op een industrieterrein in Nunspeet is bijvoorbeeld een pakkende dichtregel van Jules A. Deelder opgenomen: “De omgeving van de mens is de medemens.”
Uit het werk van Majakovski heb ik alvast de volgende greep gedaan, dichtregels die kunnen worden gebruikt voor de werving van fiscaal talent.
“Waarom in fabrieken je af te sloven,
met je kop onder ’t roet te raken,
en lodderogend ongelovig
naar andermans
luxe en nietsdoen te haken.”
Alsmede
“Aan vaklui,
niet aan langharige profeten
hebben wij behoefte!”
(Voor de stem, Vladimir Majakovski, El Lissitzky, vertaling Marja Wiebes en Margriet Berg, Huis Clos, Rimburg/Amsterdam, 2012, p. 23, 25 en 26).
Voor verdere suggesties houd ik mij gaarne aanbevolen. Het zou mooi zijn als we uiteindelijk tot een bloemlezing van fiscaal relevante dichtregels zouden kunnen komen (in dundruk en met veel annotaties).
***
Foto door Kate ter Haar (“I <3 2 read”) via Flickr.com d.d. 19 april 2017 – Creative Commons licentie.
Het past weliswaar niet in een bloemlezing, maar het bovenstaande deed mij denken aan de Disney-tekenfilm ‘Robin Hood'(1973): een pop-culturele blik op de fiscale wetgever.
Mooi! Een kleine aanvulling uit Ilja Pfeijffer, Idyllen, Amsterdam 2015, p. 60: “Ik wil, terwijl de middag haast onhoorbaar zucht, / de blauwe brief niet openen en het gerucht / negeren dat ze komen om te controleren. / Ik wil met vingers in mijn oren hoefslag keren, / mijn landgoed redden door mijn ogen dicht te doen / en weg te glijden in een veilig, tijdloos toen.” Op p. 62 komt kort de hypotheekrenteaftrek ter sprake. En het volgende (p. 14) zal ook wel een verwijzing zijn naar correspondentie met de belastingdienst: “In plaats daarvan verlies ik tijd om uit te leggen / hoe Nederland gekleurde brieven naar mij stuurt / en dreigt met acroniemen als het te lang duurt.” Ik ben er nog niet achter om welke acroniemen het dan precies gaat.
De eerste twee coupletten van het lied Bullsh*t (2006) van de onvolprezen Akala (een Britse rapper met maatschappij kritische teksten, ook wel de ‘Black Shakespeare’) focussen ook sterk op het fiscale. Betrokkene hekelt achtereenvolgens de loonbelasting, de omzetbelasting, het belasten van pensioenen en de successiebelastingen:
“They rob the third world of every cent
Now that’s bullshit
Now you got third world debt
Now that’s bullshit
You get your cheque there’s never nothing left
Now that’s bullshit
Then you pay tax on what you spend
Now that’s bullshit
Then you even gotta pay tax on your pension
Now that’s bullshit
They still wanna take your inheritance
Now that’s bullshit
English kids rappin American
Now that’s bullshit
The war’s bullshit
It’s all bullshit”
(Anders dan bij Bob Dylan, is het bovenstaande niet zelfstandig leesbaar. Klik hier voor de videoclip van het liedje.)
Weerzin tegen het wekelijks vaktechnish overleg:
“Nooit ook wens
ik te lezen, wat het dan zij.
Boeken?
Allemaal kul!”
(V.V. Majakovski, Werken, Een wolk in broek, p. 143).
Denkend aan een adviseur met gespleten persoonlijkheid:
“Naar keuze
Ben ik de vleselijk wrede
Uit het hemelse stalenboek,
Naar keus
Ook onberispelijk teder –
Geen man, maar een wolk in broek.”
(V.V. Majakovski, Werken, Een wolk in broek, p 129).
De internationale adviseur na het verschijnen van de EU Blacklist:
“Speur met een lantaren,
Kaarten bij de hand.
Nergens op aarde
Vind je nog dat land.”
(Marina I. Tsvetajeva, Werken p. 337, Van Oorschot 1999, vertaling Margriet Berg, Marko Fondse, Anne Stoffel en Marja Wiebes).
Een voorstander van de CCCTB:
“I see the frontiers and boundaries of the old aristocracies broken,
I see the landmarks of European kings removed.”
(Walt Whitman, Years of the Modern, Songs of Parting, Leaves of Grass, 1892 edition).
Een tegenstander van de CCCTB:
“before we’re international we’re national and act as nationals”
(Robert Frost, Build Soil – A Political Pastoral).
Iets minder klassiek dan het bovenstaande, maar ook De Jeugd van Tegenwoordig heeft een nummer geschreven dat helemaal over de belastingdienst gaat (of de overheid, in hun woorden “Ovi”). “De broer van Edwin”, is hier te beluisteren: https://www.youtube.com/watch?v=fk71LWa_6CQ.
In het eerste couplet komen met name de accijns op tabak en de autobelastingen terug:
“Daar beneden, onder je duim dan ben je tevreden
Dus ik stress ‘m smoke een tabacca, maar zelfs op dat pak je je plakka
Rondje in de waggie shit over m’n lijk, want dan pak je money keer vijf
En keer vijf is me iets te veel Ovi is me iets te veel”
De boodschap: een gemiddeld IB-tarief van 50% wordt blijkbaar als teveel gezien, dus ze hebben nog een appeltje te schillen met de fiscus (naar eigen zeggen in de hel):
“Altijd gierig, op de hebberige toer
Afgelopen woensdag, je wist dat ik woest was
Toen ik die fool zag, met ze smoel in me koelkast
Hoe dan?
Je weet dat ie toetast, de helft van de melk, en op alles pakt ie toeslag
Doe ik stoer, dan wijst ie content, naar ze wettelijk recht op vijftig procent
Hij is één schijnheilige vent, ik durf letterlijk te wedden, dat jij hem ook kent
Geen gevoelens of heart I can tell
Geoliede machine, rekent achterlijk snel
Maar dat is goed, ik pak hem nog wel, ik heb een halve appel voor ‘m straks in de hel”
Leuk! – Ik kan de Jeugd van Tegenwoordig sowieso wel waarderen!
Klassieke songteksten die niet mogen ontbreken: Taxman van The Beatles
Let me tell you how it will be
There’s one for you, nineteen for me
Cos I’m the taxman, yeah, I’m the taxman
Should five per cent appear too small
Be thankful I don’t take it all
Cos I’m the taxman, yeah I’m the taxman
If you drive a car, I’ll tax the street
If you try to sit, I’ll tax your seat
If you get too cold I’ll tax the heat
If you take a walk, I’ll tax your feet
Taxman!
Cos I’m the taxman, yeah I’m the taxman
Don’t ask me what I want it for (Aahh Mr. Wilson)
If you don’t want to pay some more (Aahh Mr. Heath)
Cos I’m the taxman, yeah, I’m the taxman
Now my advice for those who die
Declare the pennies on your eyes
Cos I’m the taxman, yeah, I’m the taxman
And you’re working for no one but me
Taxman!
Ook uit de jaren ’60: The Kinks, uit de song Sunny Afternoon
The tax man’s taken all my dough,
And left me in my stately home,
Lazing on a sunny afternoon.
And I can’t sail my yacht,
He’s taken everything I’ve got,
All I’ve got’s this sunny afternoon.
Save me, save me, save me from this squeeze.
I got a big fat mama trying to break me.
And I love to live so pleasantly,
Live this life of luxury,
Lazing on a sunny afternoon.
In the summertime.
Deze week verscheen een noot van mij in het NTFR (2017/294) over een Spaanse vrijstelling voor de Katholieke Kerk en de vraag of deze staatssteun opleverde. Ik zit zelf nog met vragen over de internationaal publiekrechtelijke status van de Heilige Stoel, maar ik weet zeker dat Frank Zappa tot de conclusie van illegale steun zou zien gekomen, getuige het onderstaande stuk: ‘The Meek Shall Inherit Nothing’.
De directe verwijzing naar de fiscaliteit is helemaal aan het einde (“Tax the Churches, Tax the businesses owned by the Churches”), maar wie goed luistert treft gaandeweg ook verwijzingen aan naar de IRS. De centrale thematiek is in elk geval dat de zelfverrijking door de kerk, ten koste van de gewone man. Enjoy!