In mijn Linkedin-bubbel, die voornamelijk bestaat uit belastingadviseurs en bedrijfsfiscalisten, is momenteel veel oog voor de problematiek van “multinational bashen”. Voorzover ik kan zien, betreft dit de (beweerdelijk) eenzijdige negatieve berichtgeving over multinationals en hun belastingpositie. Het thema speelt al een tijdje. En binnen delen van de fiscale sector rijzen vragen over de toon van het debat. Voorlopig hoogte-/(diepte?)punt is de plenaire roast van Shell bij de parlementaire hoorzitting op 29 mei 2019.
Dat multinationals er slecht vanaf komen in de discussie over de winstbelasting is ontegenzeggelijk juist. Tot voor kort stond belastingontwijking door de A-merken nauwelijks op het netvlies van de gemiddelde Nederlander. Multinationals haalden vaker in negatieve zin de krant, maar dan vanwege andere thema’s: het milieu of de mensenrechten, bijvoorbeeld. Over de liquidatieverliesregeling had niemand het, wat overigens niet wil zeggen dat fiscaliteit helemaal ontbrak in het publieke debat. Brievenbussen, belastingparadijzen en de “helden” die in België gingen wonen omdat er toch wel iemand anders was die voor de ziekenhuizen zou betalen. Fiscale thema’s staan al langer op de agenda, maar het gevoel van urgentie en – tot op zekere hoogte – het (mediagenieke) namen en shamen, is nieuw. Het onderstaande filmpje (mooi, redelijk evenwichtig werk van de NOS!) speelt in op de informatiebehoefte bij de kijkers thuis: dit zijn de kwesties die nu kennelijk leven bij het bredere publiek.
Bezuinigingen gaan óók ten koste van de werkgelegenheid
Niemand zal ontkennen dat multinationals bijdragen aan de Nederlandse economie. We hebben het dan over meerdere honderdduizenden banen en de (niet onaanzienlijke) bijvangst van schoonmakers, taxiritten en cateringdiensten. Economische activiteiten zijn goed voor de economie. Deze dooddoener geldt voor de beursgenoteerden, maar ook voor het MKB/ZPP én natuurlijk voor het Rijk. Ik doel op de werkgelegenheid binnen publieke sector. Ergens rond de miljoen banen, geloof ik. Hoeveel arbeidsplekken gaan verloren door bezuinigingen? Sommige lezers vinden de krimp van de publieke sector een goede zaak. Zelf hecht ik aan handen aan het bed en meer blauw op straat. Belastingontwijking en onderbelasting gaan ten koste van de banen van onderwijzers, politieagenten en verpleegsters.
Voorkeursbehandeling – geen fabeltje
Sinds de crisis van 2008, is steeds meer aandacht gekomen voor de fiscale problematiek rondom multinationals. Ooit zal iemand hierop promoveren (Spinning the Tectonic Plates: The shift from public complacency to critical agency in corporate taxation – diss.). Ik volsta hier met enkele mijlpalen, zoals de oprichting van Tax Justice Nederland in 2007, het tax haven rapport van SOMO in 2006 en de “Nederland belastingparadijs” uitzending van Zembla in 2009. Het zijn dit soort vlindertjes die het belastingrechtelijk orkaan in beweging zetten. Misschien zijn fiscalisten afgestompt voor verhalen over ontwijking (deze fiscalist in elk geval wel). Het nieuws dat Shell helemaal geen winstbelasting betaalt of dat Mark Rutte SMS’jes krijgt van Unilever, was voor veel mensen oprecht nieuw. Ook voor veel Kamerleden. De wereld van belastingdeals, lobbyisten en een lijntje naar de politieke top, wekt de indruk van een voorkeursbehandeling. De man op de straat moet het doen met de Belastingtelefoon. Dat beeld van het knuffelen en vertroetelen, begrijp ik wel, al is het niet altijd even genuanceerd. Maar kritiek uiten is niet hetzelfde als bashen.
Zonder wrijving geen glans
Enfin, het vuurwerk zal nog een tijdje aanhouden (mijn inschatting: de innovatiebox ligt binnenkort stevig onder vuur). Maar op gegeven moment gaat de wind weer liggen. Dan kunnen we verder met waar het hier eigenlijk om zou moeten gaan, te weten een radicale hervorming van de belastingheffing van multinationals. Wat vinden burgers – met de kennis van nu – rechtvaardig en verstandig, gelet op alle overwegingen en factoren? Van het vestigingsklimaat tot fiscale ethiek? Dit is de complexe vraag die de komende jaren beantwoord moet worden. Een robuust debat was nog nooit zo belangrijk.
***