Belastingdienst: Het is tijd om te shinen! Nieuwjaarswens 2019 - Artikel104.nl

Dit stuk is alweer uit 2019. Helaas nog steeds actueel.

Nog eventjes en dan valt het doek voor het jaar 2018. Het jaar van Unilever, Shell en de dividendbelasting. En van rulings, WOB-verzoeken en de digitaks. ATAD en de MLI… en ergens in de achtergrond nog de Starbucksprocedure die nog altijd aanhangig is bij het Gerecht. Milieubelastingen, klimaatverandering, gele hesjes. Zomaar wat steekwoorden. Hier bij Artikel104.nl kijkt de redactie geduldig en geamuseerd mee. Want we leven in spannende tijden. Traditiegetrouw sluiten wij het jaar af met een belastingrechtelijke nieuwjaarsvoornemen en ditto wens. De Belastingdienst is dit jaar de gelukkige.

Problemen, problemen

Laat ik beginnen met en open deur: er zijn nog steeds aanzienlijke problemen bij de Belastingdienst. Verkeerde aanslagen, vertraagde bezwaarschriften en serieuze vragen omtrent de bescherming van onze privacy. Tot aan de valreep van het jaar, moest de staatssecretaris uitleggen waarom de fiscus niet naar behoren presteert: “De chaos bij de Belastingdienst is voorlopig nog niet voorbij. Zelfs als alle reparaties die het kabinet in de planning heeft succesvol zijn, zijn de sores bij de fiscus volgend jaar niet over.” (hier, op 28 december 2018).

Kater

Nu is het makkelijk om bij Belastingdienst gerelateerde problemen in een soort trance te geraken met als mantra “schande, schande, schande!” Want, inderdaad, het beeld dat ik zojuist schetste is ook echt een schande. Deze constatering draagt alleen weinig bij aan het vinden van een oplossing. Het is namelijk niet zo dat de hoge heren in Den Haag zich niet bewust zijn van de vele problemen op de fiscale werkvloer. Dat blijkt al uit het citaat dat ik heb opgenomen. In april 2018 stuurde de staatssecretaris in dit verband een brief naar de Tweede Kamer onder de noemer Beheerst vernieuwen. Ik citeer:

“Vanaf mijn kennismaking als staatssecretaris van Financiën met de Belastingdienst realiseer ik mij voor wat voor aanzienlijke en ingewikkelde taak de Belastingdienst staat. Dat beeld heb ik in mijn eerste maanden als staatssecretaris verder ingekleurd. Ik ben me steeds bewuster geworden van de complexiteit, hardnekkigheid en omvang van de problemen waarmee de Belastingdienst kampt. (…) Om hieruit te komen is een lange adem nodig.”

Vervolgens wordt uiteengezet welke stappen specifiek gezet zijn en/of worden om de problemen op te lossen. Wat het laatste betreft gaat het steeds om drie kernelementen: personeel, ICT en sturing. Er is behoefte aan meer/andere mensen, betere informatietechnologie en beter leiderschap. Met de kennelijke uitzondering van de huisvesting en mogelijkerwijs de kwaliteit van de kerstpaketten, lijkt het erop dat alles bij de Belastingdienst beter moet. Het is alsof de doktor zegt: “Mevrouw, u bent kerngezond, behalve dan die rare hoest, het exceem en het feit dat uw arm eraf is gevallen.” Opgeven is echter geen optie. De BV Nederland heeft geld nodig en tijdens de verbouwing moet de winkel open blijven. Hoe vaak zal staatssecretaris Snel, samen met voorgangers als Wiebes, Weekers en De Jager, op een terras op het Plein hebben gefantaseerd over het afschaffen, privatiseren dan wel opblazen van de fiscus of over belastinginning op basis van een bonnetjesloterij a la Mongolië? Toch wel zeker meer dan eens.

Beheerst vernieuwen

Voor de malaise bij de Dienst is geen quick fix. Weer uit de april-brief:

“De richting die de Belastingdienst met de vernieuwingsprogramma’s de afgelopen jaren is ingeslagen is de juiste en blijft overeind. Het is met name de gehanteerde aanpak van een massaal programma waar het meeste risico in schuilt. Door te veel tegelijkertijd te willen doen kunnen resultaten juist achterblijven. Mijn aanpak van een meer beheerste vernieuwing is erop gericht om gefaseerd en beheerst voortgang te boeken op een overzichtelijk aantal projecten. Daarbij zal zoveel mogelijk worden aangesloten bij de normale sturingsinstrumenten, zijn verantwoordelijkheden helder belegd en kan tijdig worden bijgestuurd. Ik realiseer me dat deze aanpak op korte termijn tot verdere vertraging van individuele projecten kan leiden. Toch is dit naar mijn mening de manier om op de langere termijn de beoogde vernieuwingsdoelen te bereiken, mogelijk zelfs sneller dan door nu alles op alles te zetten. Dat alternatief is te riskant. Wel is het zo dat de vernieuwing achterblijft bij het tempo van het vertrek van medewerkers als gevolg van de vertrekregeling.”

Even verderop:

“Al met al zijn de problemen bij de Belastingdienst complex, hardnekkig en omvangrijk en vergt het een lange adem om hieruit te komen. De voorgestelde aanpak van beheerste vernieuwing gaat hier op een zorgvuldige en realistische wijze mee om. Ik kies voor een stapsgewijze en beheerste aanpak, zodat er
tussentijds sneller en makkelijk bijgestuurd kan worden. Ik realiseer me dat dit niet van vandaag op morgen tot grote en merkbare veranderingen gaat leiden, net zomin als ik nieuwe incidenten kan uitsluiten. Sterker nog, op korte termijn kan mijn aanpak tot verdere vertraging in individuele projecten leiden, om op langere termijn – mogelijk zelfs sneller – de beoogde doelen daadwerkelijk te kunnen bereiken. Met de inzet en betrokkenheid van de medewerkers van de Belastingdienst heb ik er vertrouwen in dat we stapje voor stapje dichter bij díe gemoderniseerde Belastingdienst gaan komen, die in staat is de cruciale rol bij het genereren van inkomsten voor de financiering van overheidsbeleid goed te blijven vervullen, waarbij moderne interactie met de belastingbetaler plaatsvindt en de processen op orde zijn.”

Esprit de corps

De staatssecretaris geeft heel duidelijk aan dat “nieuwe incidenten” de komende tijd mogelijk (= zo goed als zeker) zijn. Slecht nieuws, al stel ik de eerlijkheid wél op prijs. Wat mij ook zint, is dat er met gevoel voor urgentie geworven wordt. Het gaat om honderden fiscalisten en technisch personeel (het FD van 31 december 2018 wordt gesproken van een “succesvolle flitswerving“). Eerder werd op grote schaal gebruik gemaakt van uitzendkrachten, die zorgden voor meer handen aan het bed van de belastingplichtige. Is het ideaal? Nee, dat niet. Maar er wordt wel echt werk gemaakt van de beloften voor verbetering. In mijn directe omgeving ken ik meerdere fiscalisten – soms ervaren, soms vers van de universiteit – die in 2018 de stap zetten naar de Belastingdienst. Ik herinner me bijvoorbeeld een student, die – zo werd tijdens een scriptieverdediging duidelijk – de Big Four terzijde schoof ten faveure van de Dienst. Ik was blij verrast dat hij deel zou zijn van de Wederopbouw van de Nederlandse fiscus. Ik vind dat een eervolle taak, die in maatschappelijk opzicht minstens even belangrijk is als die van bijvoorbeeld de politie of Defensie. Misschien is mijn beeld te romantisch. Toch denk ik graag aan de esprit de corps van een nieuwe, jonge lichting inspecteurs die de boel weer op poten gaat zetten. Het is twee voor twaalf, dus alle hens aan dek!

Snel: Nomen est omen?

Den Haag heeft inmiddels gesproken. Nu moeten de mensen op de werkvloer het doen. Laten wij, de belanghebbende buitenstaanders, hen alle steun geven – moreel of anderszins. Mijn goed voornemen is daarom om niet langer te klagen over de instantie van de Belastingdienst, en om meer aandacht te besteden aan de vooruitgang die ons beloofd is. Laten we ze een kans geven. Wie weet staan we aan de vooravond van een gouden generatie. Dames en heren van de fiscus: al het goede toegewenst voor 2019!

 

About Anna Gunn

Fiscaliste met de specialisaties EU-belastingrecht en fiscale exotica. Geruime praktijkervaring met fiscale staatssteun.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *