Op ons bureau liggen twee rapporten waarvan de staatssecretaris van Financiën zegt dat hij ze niet openbaar kan maken. Zij zijn zonder slag of stoot aan ons verstrekt. Hoe kan dat?
De rapporten uit 1999 en 2009 brengen zwakke en sterke punten van fiscale rulingpraktijken van de lidstaten in kaart. Het eerste rapport betreft een extern door Simmons & Simmons uitgevoerd rechtsvergelijkend onderzoek naar de transparantie van de administratieve praktijken van de EU-lidstaten. Deze studie is onder leiding van de Europese Commissie in 2009 geactualiseerd en aangevuld met informatie van de lidstaten die nadien zijn toegetreden.
De rapporten zijn opgesteld onder de vlag van de Europese Gedragscodegroep waarin de lidstaten elkaars belastingstelsel beoordelen op schadelijke concurrentie (peer-to-peer review). Zoals bekend, diende Nederland onder zware politieke druk van de Gedragscodegroep in 2000 de rulingpraktijk grondig te herzien.
De agenda’s en beknopte halfjaarlijkse verslagen van deze belangrijke politieke werkgroep zijn voor iedereen eenvoudig te raadplegen via de website van de Raad van de Europese Unie. Voor de belangrijke documenten met details over uiteindelijke resultaten en besluiten van de groep geldt dit niet. Deze documenten worden ook wel aangeduid als ‘room documents’. Hieronder vallen ook de twee rapporten over de fiscale rulingpraktijken.
Op 3 september jl. gaf de staatssecretaris van Financiën naar aanleiding van Kamervragen aan dat ‘room documents’ niet openbaar kunnen worden gemaakt. De CDA-fractie had hierom verzocht maar kreeg nul op het rekest. Volgens de staatssecretaris hechten de lidstaten zeer aan het vertrouwelijke karakter van de documenten. Voorts zou het niet gebruikelijk zijn de documenten aan derden ter beschikking te stellen. Met openbaarmaking zou hij in strijd handelen met een oude politieke afspraak tussen de lidstaten waarin is opgenomen dat het werk vertrouwelijk is verklaard. De vraag is of deze afspraak inderdaad een struikelblok vormt voor openbaarmaking.
Van belang is dat op grond van Europese transparantiewetgeving (1049/2001) het publiek – en dus ook de Kamer – een zo ruim mogelijke toegang tot alle EU-documenten dient te worden verleend. Deze wetgeving geeft iedereen het recht om toegang te verkrijgen tot EU-documenten. Openbaarmaking is dus het uitgangspunt. Dit geldt onverkort voor de ‘rooms documents’ van de Gedragscodegroep. In het bijzonder staat de door de staatssecretaris genoemde ‘vertrouwelijkheid’ van de stukken aan openbaarmaking niet in de weg. Voor de twee fiscale rulingpraktijkrapporten geldt dat deze zijn afgerond hetgeen op basis van vaste jurisprudentie de weg vrijmaakt voor openbaarmaking. Vandaar dat wij ze hebben.
Het valt ons op dat de staatssecretaris in zijn antwoord alléén aangeeft waarom hij de rapporten niet zelf openbaar kan maken. De vraag had beduidend een veel bredere insteek. Het verzoek van de CDA-fractie laat in het midden door wie de rapporten openbaar gemaakt kunnen worden. Voor de goede orde citeren wij de vraag: ‘De leden van de CDA fractie verzoeken de Staatssecretaris om de rapporten die de Europese Commissie in 1999 en 2009 over de administrative practices van de lidstaten heeft laten maken openbaar te laten maken. (…) Is het kabinet bereid hiervoor zorg te dragen?’
Wij roepen de Kamer op om bij de staatssecretaris nog eens precies na te vragen hoe het nou zit met de vertrouwelijkheid van de documenten (‘room documents’) van de Gedragscodegroep en daarbij tevens de Europese transparantiewetgeving in ogenschouw te nemen.
Martijn Nouwen en Jan van de Streek houden zich als promovendus respectievelijk hoogleraar bij het Amsterdam Centre for Tax Law van de Universiteit van Amsterdam veelvuldig bezig met onderzoek naar de CCCTB en de Code of Conduct en hebben uit dien hoofde de nodige ervaring met de Europese transparantiewetgeving.
One thought on “Rapporten fiscale rulingpraktijken geheim? Gastcolumn Martijn Nouwen en Jan van de Streek”